Dutch

Detailed Translations for gestamd from Dutch to French

gestamd form of stammen:

stammen verb (stam, stamt, stamde, stamden, gestamd)

  1. stammen (afstammen; voortkomen; afkomstig zijn; ontspruiten; spruiten)
    descendre de; venir de; provenir de; être originaire de; provenir; être issu de; germer
    • venir de verb
    • provenir verb (proviens, provient, provenons, provenez, )
    • germer verb (germe, germes, germons, germez, )

Conjugations for stammen:

o.t.t.
  1. stam
  2. stamt
  3. stamt
  4. stammen
  5. stammen
  6. stammen
o.v.t.
  1. stamde
  2. stamde
  3. stamde
  4. stamden
  5. stamden
  6. stamden
v.t.t.
  1. heb gestamd
  2. hebt gestamd
  3. heeft gestamd
  4. hebben gestamd
  5. hebben gestamd
  6. hebben gestamd
v.v.t.
  1. had gestamd
  2. had gestamd
  3. had gestamd
  4. hadden gestamd
  5. hadden gestamd
  6. hadden gestamd
o.t.t.t.
  1. zal stammen
  2. zult stammen
  3. zal stammen
  4. zullen stammen
  5. zullen stammen
  6. zullen stammen
o.v.t.t.
  1. zou stammen
  2. zou stammen
  3. zou stammen
  4. zouden stammen
  5. zouden stammen
  6. zouden stammen
en verder
  1. ben gestamd
  2. bent gestamd
  3. is gestamd
  4. zijn gestamd
  5. zijn gestamd
  6. zijn gestamd
diversen
  1. stam!
  2. stamt!
  3. gestamd
  4. stammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stammen [de ~] noun, plural

  1. de stammen (volksstammen)
    le tribus
  2. de stammen (boomstammen)
    le troncs

Translation Matrix for stammen:

NounRelated TranslationsOther Translations
tribus stammen; volksstammen
troncs boomstammen; stammen offerblokken
VerbRelated TranslationsOther Translations
descendre de afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen
germer afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen kiemen; ontkiemen; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; uit de kiem te voorschijn komen; uitbotten; uitkomen; uitlopen; voortkomen uit
provenir afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen spruiten; voortspruiten
provenir de afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen
venir de afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen
être issu de afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen
être originaire de afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen

Related Words for "stammen":