Dutch

Detailed Translations for gewen from Dutch to French

gewennen:

gewennen verb (gewen, gewent, gewende, gewenden, gewend)

  1. gewennen
    habituer; s'habituer; accoutumer; se familiariser; habituer à; s'habituer à; s'accoutumer; prendre l'habitude; s'accoutumer à
    • habituer verb (habitue, habitues, habituons, habituez, )
    • s'habituer verb
    • accoutumer verb (accoutume, accoutumes, accoutumons, accoutumez, )

Conjugations for gewennen:

o.t.t.
  1. gewen
  2. gewent
  3. gewent
  4. gewennen
  5. gewennen
  6. gewennen
o.v.t.
  1. gewende
  2. gewende
  3. gewende
  4. gewenden
  5. gewenden
  6. gewenden
v.t.t.
  1. ben gewend
  2. bent gewend
  3. is gewend
  4. zijn gewend
  5. zijn gewend
  6. zijn gewend
v.v.t.
  1. was gewend
  2. was gewend
  3. was gewend
  4. waren gewend
  5. waren gewend
  6. waren gewend
o.t.t.t.
  1. zal gewennen
  2. zult gewennen
  3. zal gewennen
  4. zullen gewennen
  5. zullen gewennen
  6. zullen gewennen
o.v.t.t.
  1. zou gewennen
  2. zou gewennen
  3. zou gewennen
  4. zouden gewennen
  5. zouden gewennen
  6. zouden gewennen
diversen
  1. gewen!
  2. gewent!
  3. gewend
  4. gewennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gewennen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
accoutumer gewennen aanwennen; eigenmaken; gewend raken; leren
habituer gewennen aanwennen; eigenmaken; gewend raken; leren
habituer à gewennen acclimatiseren; wennen
prendre l'habitude gewennen
s'accoutumer gewennen aanwennen; acclimatiseren; eigenmaken; gewend raken; inpassen; leren; wennen; zich thuisvoelen
s'accoutumer à gewennen
s'habituer gewennen aanwennen; eigenmaken; gewend raken; inburgeren; leren
s'habituer à gewennen aanpassen; aarden; acclimatiseren; gewendraken; inpassen; wennen; zich thuisvoelen
se familiariser gewennen aanpassen; aanwennen; aarden; acclimatiseren; eigenmaken; gewend raken; gewendraken; inpassen; leren; wennen; zich thuisvoelen

Wiktionary Translations for gewennen:


Cross Translation:
FromToVia
gewennen habituer; aguerrir; endurcir inure — to cause to become accustomed to something unpleasant by prolonged exposure