Dutch
Detailed Translations for gezekerd from Dutch to French
gezekerd:
Translation Matrix for gezekerd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
couvert | bestek; couvert; dekmantel; eetgerei; enveloppe; maaltijdgang; omslag; wikkel | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
couvert | gecovered; gedekt; gezekerd | afgedekt; bedekt; beteuterd; betrokken; bewolkt; onderhuids; overdekt; overkapt; sip; sluimerend; teleurgesteld; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verkapt; verkleed; vermomd; volgebouwd |
gezekerd form of zekeren:
-
zekeren
Conjugations for zekeren:
o.t.t.
- zeker
- zekert
- zekert
- zekeren
- zekeren
- zekeren
o.v.t.
- zekerde
- zekerde
- zekerde
- zekerden
- zekerden
- zekerden
v.t.t.
- heb gezekerd
- hebt gezekerd
- heeft gezekerd
- hebben gezekerd
- hebben gezekerd
- hebben gezekerd
v.v.t.
- had gezekerd
- had gezekerd
- had gezekerd
- hadden gezekerd
- hadden gezekerd
- hadden gezekerd
o.t.t.t.
- zal zekeren
- zult zekeren
- zal zekeren
- zullen zekeren
- zullen zekeren
- zullen zekeren
o.v.t.t.
- zou zekeren
- zou zekeren
- zou zekeren
- zouden zekeren
- zouden zekeren
- zouden zekeren
diversen
- zeker!
- zekert!
- gezekerd
- zekerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zekeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
assurer | zekeren | garanderen; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen |
Wiktionary Translations for zekeren:
zekeren
verb
-
het touw waarmee iemand klimt op een veilige manier vasthouden
- zekeren → verrouiller