Dutch
Detailed Translations for gulpt from Dutch to French
gulpt form of gulpen:
-
gulpen (in stromen neerstorten; gutsen)
couler; ruisseler; s'écouler-
couler verb (coule, coules, coulons, coulez, coulent, coulais, coulait, coulions, couliez, coulaient, coulai, coulas, coula, coulâmes, coulâtes, coulèrent, coulerai, couleras, coulera, coulerons, coulerez, couleront)
-
ruisseler verb (ruisselle, ruisselles, ruisselons, ruisselez, ruissellent, ruisselais, ruisselait, ruisselions, ruisseliez, ruisselaient, ruisselai, ruisselas, ruissela, ruisselâmes, ruisselâtes, ruisselèrent, ruissellerai, ruisselleras, ruissellera, ruissellerons, ruissellerez, ruisselleront)
-
s'écouler verb
-
Conjugations for gulpen:
o.t.t.
- gulp
- gulpt
- gulpt
- gulpen
- gulpen
- gulpen
o.v.t.
- gulpte
- gulpte
- gulpte
- gulpten
- gulpten
- gulpten
v.t.t.
- ben gegulpt
- bent gegulpt
- is gegulpt
- zijn gegulpt
- zijn gegulpt
- zijn gegulpt
v.v.t.
- was gegulpt
- was gegulpt
- was gegulpt
- waren gegulpt
- waren gegulpt
- waren gegulpt
o.t.t.t.
- zal gulpen
- zult gulpen
- zal gulpen
- zullen gulpen
- zullen gulpen
- zullen gulpen
o.v.t.t.
- zou gulpen
- zou gulpen
- zou gulpen
- zouden gulpen
- zouden gulpen
- zouden gulpen
diversen
- gulp!
- gulpt!
- gegulpt
- gulpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze