Noun | Related Translations | Other Translations |
changement
|
herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
|
afwisseling; amendement; amendering; conversie; gedaanteverandering; gedaanteverwisseling; hervorming; herziening; het verschonen; keer; kentering; keuze; metamorfose; modificatie; mutatie; muteren; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omruil; omruiling; omschakeling; omslag; omwisselen; omwisseling; omzetting; overgang; overplaatsing; overstappen; ruil; ruiling; ruiltransactie; transformatie; uitwisseling; variatie; variëteit; veranderen; verandering; verlegging; verruiling; verschoning; verwisseling; vormverandering; wending; wijzigen; wijziging; wisseling
|
conversion
|
herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
|
bekering; conversie; herleiding; hervorming; het verschonen; ombouw; omkeer; omrekening; omruil; omruiling; omschakeling; omwisselen; omwisseling; omzetting; ruil; ruiling; ruiltransactie; simplificatie; transformatie; uitwisseling; veranderen; verandering; vereenvoudiging; verlegging; verruiling; verschoning; verwisseling; wending; wijzigen; wijziging
|
correction
|
correctie; herstelling; rectificatie; verbetering
|
aframmeling; pak rammel; slaag
|
permutation
|
herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
|
omruil; omwisselen; omwisseling; respijt; uitstel; verruiling; verwisseling; verzetting
|
rectification
|
correctie; herstelling; rectificatie; verbetering
|
bijstellingen
|
remise en état
|
herstel; herstelling; reparatie
|
herstelling van materiaal; opknapbeurt; revisie
|
remission
|
herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
|
|
remplacement
|
herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
|
plaatsvervanging; remplaçant; surrogaat; vervangend middel
|
restauration
|
herstel; herstelling; reparatie
|
eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; eetzaal; herbouwing; herschepping; herstellen; restaurant; restauratie; restauratiezaal; terugdraaiactie
|
réparation
|
correctie; herstel; herstelling; rectificatie; reparatie; verbetering
|
compensatie; genoegdoening; kostenvergoeding; tegemoetkoming; teruggave; tevredenstelling; verbouwing; vergoeding; verstelling; vertimmering; weergave
|
rétablissement
|
correctie; herstel; herstelling; rectificatie; reparatie; verbetering
|
beter worden; beterschap; genezing; gezond worden; heling; herstel
|
substitution
|
herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
|
het verschonen; omruil; omwisselen; omwisseling; plaatsvervanging; remplaçant; surrogaat; verruiling; verschoning; vervangend middel; verwisseling
|
troc
|
herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
|
omruil; omruiling; omwisseling; ruil; ruilhandel; ruiling; ruiltransactie; ruilverkeer; uitwisseling
|
échange
|
herstelling; omwisseling; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
|
commercie; conversie; goederenhandel; handel; hervorming; het verschonen; inruil; markt; omkeer; omruil; omruiling; omschakeling; omwisselen; omwisseling; omzetting; ruil; ruilen; ruilhandel; ruiling; ruiltransactie; ruilverkeer; transformatie; uitwisseling; veranderen; verandering; verruiling; verschoning; verwisseling; wending; wijzigen; wijziging; wisseling
|