Dutch
Detailed Translations for huisgezin from Dutch to French
huisgezin:
Translation Matrix for huisgezin:
Noun | Related Translations | Other Translations |
famille | familie; gezin; huisgezin | familie; familieband; geslacht; gezin; gezinsverband; serie; stamhuis; thuisfront |
ménage | familie; gezin; huisgezin | huishouden; huishouding; kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaakwerk; schoonmaken; schrobben; zuivering |