Noun | Related Translations | Other Translations |
brièveté
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
beknoptheid; bondigheid; kortheid; kortstondigheid
|
caractère superficiel
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
kortstondigheid
|
enjouement
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; lustigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
|
blijheid; blijmoedigheid; hartelijkheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vrolijkheid
|
entrain
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; lustigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
|
animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin
|
frivolité
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
ijdelheid; ijdeltuiterij; kinderwerk; lichthartigheid; luchthartigheid; wuftheid
|
gaieté
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; lustigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
|
blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; gein; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde; vrolijkheid
|
humeur joyeuse
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; lustigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
|
blijheid; blijmoedigheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vrolijkheid
|
imprudence
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid
|
inexactitude
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
kortstondigheid; onnauwkeurigheid
|
joie
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; lustigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
|
aardigheid; amusement; blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; content; gein; genoegen; genot; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; lust; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; schik; smetteloosheid; tevredenheid; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vreugde; vrolijkheid
|
jovialité
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; lustigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
|
blijheid; blijmoedigheid; gastvrijheid; goedmoedigheid; hartelijkheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vrolijkheid
|
légèreté
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
ijdelheid; ijdeltuiterij; lichthartigheid; lichtvaardigheid; luchthartigheid; luchtigheid; wuftheid
|
manque de profondeur
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
kortstondigheid
|
ostentation
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
gepraal; ijdelheid; ijdeltuiterij; praalzucht; wuftheid
|
récif
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
klip; rif; scheer; uitstekende rots
|
témérité
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
driestheid; durf; gewaagdheid; kloekheid; koenheid; lef; moed; onbesuisdheid; onverschrokkenheid; overmoed; roekeloosheid; stoutmoedigheid; vermetelheid; waaghalzerij
|
écueil
|
frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid
|
klip; rif; scheer; uitstekende rots
|
Other | Related Translations | Other Translations |
joie
|
|
blijdschap
|