Dutch

Detailed Translations for impact from Dutch to French

impact:

impact [de ~ (m)] noun

  1. de impact (aanslag)
    l'attentat; la tentative; l'agression à main armée; la tape; le toucher; l'essai; le contact

Translation Matrix for impact:

NounRelated TranslationsOther Translations
agression à main armée aanslag; impact roofoverval
attentat aanslag; impact moordaanslag; poging tot moord; roofoverval
contact aanslag; impact aanraking; aansluiting; communicatie; connectie; contact; contactpersoon; contactpersoonitem; verbinding; voeling
essai aanslag; impact eindscriptie; essay; experiment; inspanning; opstel; poging; probeersel; proberen; proef; proefdraaien; proefneming; proefrit; scriptie; trachten; verhandeling; verslag; werkstuk
tape aanslag; impact harde slag; klap; kleine tik; klop; klopje; krijgertje; lel; mep; tik; tikje; tikkertje; toegebrachte klap
tentative aanslag; impact doel; doeleinde; experiment; inspanning; inzet; poging; proberen; proef; proefneming; streven; trachten
toucher aanslag; impact aanraking; contact; gevoelszin; prikkeling; sensatie; tastzin; zintuiglijke gewaarwording
VerbRelated TranslationsOther Translations
toucher aangaan; aangrijpen; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanvangen; beginnen; bekomen; beroeren; betasten; betreffen; bevoelen; beïnvloeden; even aanraken; geld in ontvangst nemen; grenzen; grenzen aan; iets verduren; incasseren; innen; ondernemen; ontmoeten; ontroeren; opvangen; raken; slaan op; starten; tegenkomen; toucheren; treffen; van start gaan; verdienen; verkrijgen; verwerven; voelen; zich hervinden

Related Words for "impact":

  • impacts