Dutch
Detailed Translations for induw from Dutch to French
induwen:
-
induwen (indrukken)
enfoncer; appuyer; pousser dans; faire entrer de force-
enfoncer verb (enfonce, enfonces, enfonçons, enfoncez, enfoncent, enfonçais, enfonçait, enfoncions, enfonciez, enfonçaient, enfonçai, enfonças, enfonça, enfonçâmes, enfonçâtes, enfoncèrent, enfoncerai, enfonceras, enfoncera, enfoncerons, enfoncerez, enfonceront)
-
appuyer verb (appuie, appuies, appuyons, appuyez, appuient, appuyais, appuyait, appuyions, appuyiez, appuyaient, appuyai, appuyas, appuya, appuyâmes, appuyâtes, appuyèrent, appuierai, appuieras, appuiera, appuierons, appuierez, appuieront)
-
pousser dans verb
-
Conjugations for induwen:
o.t.t.
- duw in
- duwt in
- duwt in
- duwen in
- duwen in
- duwen in
o.v.t.
- duwde in
- duwde in
- duwde in
- duwden in
- duwden in
- duwden in
v.t.t.
- heb ingeduwd
- hebt ingeduwd
- heeft ingeduwd
- hebben ingeduwd
- hebben ingeduwd
- hebben ingeduwd
v.v.t.
- had ingeduwd
- had ingeduwd
- had ingeduwd
- hadden ingeduwd
- hadden ingeduwd
- hadden ingeduwd
o.t.t.t.
- zal induwen
- zult induwen
- zal induwen
- zullen induwen
- zullen induwen
- zullen induwen
o.v.t.t.
- zou induwen
- zou induwen
- zou induwen
- zouden induwen
- zouden induwen
- zouden induwen
en verder
- ben ingeduwd
- bent ingeduwd
- is ingeduwd
- zijn ingeduwd
- zijn ingeduwd
- zijn ingeduwd
diversen
- duw in!
- duwt in!
- ingeduwd
- induwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for induwen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
appuyer | indrukken; induwen | aanbevelen; aanraden; baseren; bemoedigen; bijvallen; coöpereren; dragen; drukken; funderen; iemand recommanderen; instemmen; knellen; meewerken; nomineren; ondersteunen; opbeuren; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; steunen op; stutten; tikken op; troosten; vertroosten; voordragen |
enfoncer | indrukken; induwen | aanslaan; doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; heien; inheien; inkloppen; intikken; intoetsen; intypen; kraken; losbreken; naar beneden drukken; neerdrukken; openbreken; openhakken; opentrappen; taxeren |
faire entrer de force | indrukken; induwen | |
pousser dans | indrukken; induwen | injagen; inpassen; inschuiven; naar elkaar toe schuiven; passen in |