Dutch
Detailed Translations for infiltreren from Dutch to French
infiltreren:
-
infiltreren (binnendringen; indringen)
pénétrer dans; faire irruption dans; s'infiltrer; s'introduire; entrer dans; faire entrer-
pénétrer dans verb
-
faire irruption dans verb
-
s'infiltrer verb
-
s'introduire verb
-
entrer dans verb
-
faire entrer verb
-
Conjugations for infiltreren:
o.t.t.
- infiltreer
- infiltreert
- infiltreert
- infiltreren
- infiltreren
- infiltreren
o.v.t.
- infiltreerde
- infiltreerde
- infiltreerde
- infiltreerden
- infiltreerden
- infiltreerden
v.t.t.
- ben geïnfiltreerd
- bent geïnfiltreerd
- is geïnfiltreerd
- zijn geïnfiltreerd
- zijn geïnfiltreerd
- zijn geïnfiltreerd
v.v.t.
- was geïnfiltreerd
- was geïnfiltreerd
- was geïnfiltreerd
- waren geïnfiltreerd
- waren geïnfiltreerd
- waren geïnfiltreerd
o.t.t.t.
- zal infiltreren
- zult infiltreren
- zal infiltreren
- zullen infiltreren
- zullen infiltreren
- zullen infiltreren
o.v.t.t.
- zou infiltreren
- zou infiltreren
- zou infiltreren
- zouden infiltreren
- zouden infiltreren
- zouden infiltreren
diversen
- infiltreer!
- infiltreert!
- geïnfiltreerd
- infiltrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for infiltreren:
Wiktionary Translations for infiltreren:
infiltreren
verb
-
intr|nld langzaam of tersluiks binnendringen
- infiltreren → infiltrer