Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. inschroeven:


Dutch

Detailed Translations for inschroeven from Dutch to French

inschroeven:

inschroeven verb (schroef in, schroeft in, schroefde in, schroefden in, ingeschroefd)

  1. inschroeven (indraaien)
    visser
    • visser verb (visse, visses, vissons, vissez, )

Conjugations for inschroeven:

o.t.t.
  1. schroef in
  2. schroeft in
  3. schroeft in
  4. schroeven in
  5. schroeven in
  6. schroeven in
o.v.t.
  1. schroefde in
  2. schroefde in
  3. schroefde in
  4. schroefden in
  5. schroefden in
  6. schroefden in
v.t.t.
  1. heb ingeschroefd
  2. hebt ingeschroefd
  3. heeft ingeschroefd
  4. hebben ingeschroefd
  5. hebben ingeschroefd
  6. hebben ingeschroefd
v.v.t.
  1. had ingeschroefd
  2. had ingeschroefd
  3. had ingeschroefd
  4. hadden ingeschroefd
  5. hadden ingeschroefd
  6. hadden ingeschroefd
o.t.t.t.
  1. zal inschroeven
  2. zult inschroeven
  3. zal inschroeven
  4. zullen inschroeven
  5. zullen inschroeven
  6. zullen inschroeven
o.v.t.t.
  1. zou inschroeven
  2. zou inschroeven
  3. zou inschroeven
  4. zouden inschroeven
  5. zouden inschroeven
  6. zouden inschroeven
en verder
  1. is ingeschroefd
diversen
  1. schroef in!
  2. schroeft in!
  3. ingeschroefd
  4. inschroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inschroeven:

NounRelated TranslationsOther Translations
visser aanschroeven; vastschroeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
visser indraaien; inschroeven aandraaien; aanschroeven; dichtschroeven; door draaien vastmaken; schroeven; vastschroeven