Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. jack:


Dutch

Detailed Translations for jacks from Dutch to French

jack:

jack [het ~] noun

  1. het jack
    – sportief kort jasje voor buiten, met strakke boord onderaan 1
    la jaquette; le manteau; la veste; le pardessus; le veston

Translation Matrix for jack:

NounRelated TranslationsOther Translations
jaquette jack boekomslag; frak; kaft; mantel; omslag; overjas; rokjas; stofommanteling
manteau jack dekmantel; façade; halflange herenjas; jak; jas; jasje; jekker; mantel; masker; overjas; schijn; voorkomen
pardessus jack colbert; halflange herenjas; jak; jas; jasje; jassen; mantel; mantels; overjas; overjassen
veste jack colbert; halflange herenjas; jasje; vest
veston jack colbert; halflange herenjas; jasje; vest

Related Words for "jack":

  • jacks

Related Definitions for "jack":

  1. sportief kort jasje voor buiten, met strakke boord onderaan1
    • ik heb een warm jack gekocht om te gaan skiën1