Dutch
Detailed Translations for kleinkrijgen from Dutch to French
kleinkrijgen:
-
kleinkrijgen
mater; faire de la monnaie de; réduire à l'obéissance; réduire en morceaux-
mater verb (mate, mates, matons, matez, matent, matais, matait, mations, matiez, mataient, matai, matas, mata, matâmes, matâtes, matèrent, materai, materas, matera, materons, materez, materont)
-
réduire en morceaux verb
-
Conjugations for kleinkrijgen:
o.t.t.
- krijg klein
- krijgt klein
- krijgt klein
- krijgen klein
- krijgen klein
- krijgen klein
o.v.t.
- kreeg klein
- kreeg klein
- kreeg klein
- kregen klein
- kregen klein
- kregen klein
v.t.t.
- heb klein gekregen
- hebt klein gekregen
- heeft klein gekregen
- hebben klein gekregen
- hebben klein gekregen
- hebben klein gekregen
v.v.t.
- had klein gekregen
- had klein gekregen
- had klein gekregen
- hadden klein gekregen
- hadden klein gekregen
- hadden klein gekregen
o.t.t.t.
- zal kleinkrijgen
- zult kleinkrijgen
- zal kleinkrijgen
- zullen kleinkrijgen
- zullen kleinkrijgen
- zullen kleinkrijgen
o.v.t.t.
- zou kleinkrijgen
- zou kleinkrijgen
- zou kleinkrijgen
- zouden kleinkrijgen
- zouden kleinkrijgen
- zouden kleinkrijgen
diversen
- krijg klein!
- krijgt klein!
- klein gekregen
- klein krijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kleinkrijgen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire de la monnaie de | kleinkrijgen | |
mater | kleinkrijgen | dof maken |
réduire en morceaux | kleinkrijgen | kleinmaken |
réduire à l'obéissance | kleinkrijgen |