Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kleinzielig gedragen:


Dutch

Detailed Translations for kleinzielig gedragen from Dutch to French

kleinzielig gedragen:

kleinzielig gedragen verb (gedraag kleinzielig, gedraagt kleinzielig, gedroeg kleinzielig, gedroegen kleinzielig, kleinzielig gedragen)

  1. kleinzielig gedragen (chicaneren)
    chicaner; contrarier
    • chicaner verb (chicane, chicanes, chicanons, chicanez, )
    • contrarier verb (contrarie, contraries, contrarions, contrariez, )

Conjugations for kleinzielig gedragen:

o.t.t.
  1. gedraag kleinzielig
  2. gedraagt kleinzielig
  3. gedraagt kleinzielig
  4. gedragen kleinzielig
  5. gedragen kleinzielig
  6. gedragen kleinzielig
o.v.t.
  1. gedroeg kleinzielig
  2. gedroeg kleinzielig
  3. gedroeg kleinzielig
  4. gedroegen kleinzielig
  5. gedroegen kleinzielig
  6. gedroegen kleinzielig
v.t.t.
  1. heb kleinzielig gedragen
  2. hebt kleinzielig gedragen
  3. heeft kleinzielig gedragen
  4. hebben kleinzielig gedragen
  5. hebben kleinzielig gedragen
  6. hebben kleinzielig gedragen
v.v.t.
  1. had kleinzielig gedragen
  2. had kleinzielig gedragen
  3. had kleinzielig gedragen
  4. hadden kleinzielig gedragen
  5. hadden kleinzielig gedragen
  6. hadden kleinzielig gedragen
o.t.t.t.
  1. zal kleinzielig gedragen
  2. zult kleinzielig gedragen
  3. zal kleinzielig gedragen
  4. zullen kleinzielig gedragen
  5. zullen kleinzielig gedragen
  6. zullen kleinzielig gedragen
o.v.t.t.
  1. zou kleinzielig gedragen
  2. zou kleinzielig gedragen
  3. zou kleinzielig gedragen
  4. zouden kleinzielig gedragen
  5. zouden kleinzielig gedragen
  6. zouden kleinzielig gedragen
diversen
  1. gedraag kleinzielig!
  2. gedraagt kleinzielig!
  3. kleinzielig gedragen
  4. kleinzielig gedragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kleinzielig gedragen:

NounRelated TranslationsOther Translations
chicaner muggenziften
VerbRelated TranslationsOther Translations
chicaner chicaneren; kleinzielig gedragen dwarszitten; haarkloven; kibbelen; muggenziften; op zijn hart hebben
contrarier chicaneren; kleinzielig gedragen doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; dwarszitten; een stokje steken voor; op zijn hart hebben; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verijdelen; weerstreven

Related Translations for kleinzielig gedragen