Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. meppen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mepte from Dutch to French

meppen:

meppen verb (mep, mept, mepte, mepten, gemept)

  1. meppen (hard slaan; slaan; hengsten; timmeren)
    frapper; battre; fouetter; taper; cogner; heurter
    • frapper verb (frappe, frappes, frappons, frappez, )
    • battre verb (bats, bat, battons, battez, )
    • fouetter verb (fouette, fouettes, fouettons, fouettez, )
    • taper verb (tape, tapes, tapons, tapez, )
    • cogner verb (cogne, cognes, cognons, cognez, )
    • heurter verb (heurte, heurtes, heurtons, heurtez, )

Conjugations for meppen:

o.t.t.
  1. mep
  2. mept
  3. mept
  4. meppen
  5. meppen
  6. meppen
o.v.t.
  1. mepte
  2. mepte
  3. mepte
  4. mepten
  5. mepten
  6. mepten
v.t.t.
  1. heb gemept
  2. hebt gemept
  3. heeft gemept
  4. hebben gemept
  5. hebben gemept
  6. hebben gemept
v.v.t.
  1. had gemept
  2. had gemept
  3. had gemept
  4. hadden gemept
  5. hadden gemept
  6. hadden gemept
o.t.t.t.
  1. zal meppen
  2. zult meppen
  3. zal meppen
  4. zullen meppen
  5. zullen meppen
  6. zullen meppen
o.v.t.t.
  1. zou meppen
  2. zou meppen
  3. zou meppen
  4. zouden meppen
  5. zouden meppen
  6. zouden meppen
en verder
  1. ben gemept
  2. bent gemept
  3. is gemept
  4. zijn gemept
  5. zijn gemept
  6. zijn gemept
diversen
  1. mep!
  2. mept!
  3. gemept
  4. meppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for meppen:

NounRelated TranslationsOther Translations
battre afbeuken
VerbRelated TranslationsOther Translations
battre hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aankloppen; aantikken; afkloppen; bekampen; beroeren; bestrijden; beuken; bevechten; bonken; hameren; karnen; klakken; klapperen; kleppen; kloppen; kloppen met een hamer; klutsen; omroeren; raken; rammen; roeren; slaan; tikken; treffen
cogner hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aankloppen; aanrijden; aantikken; beuken; bonken; botsen; hameren; hengsten; kloppen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; rammen; slaan; stompen; stoten op; tikken
fouetter hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; geselen; in elkaar timmeren; kastijden; klutsen; snerpen; toetakelen; tuchtigen
frapper hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aankloppen; aantikken; beuken; bonken; een klap geven; een oplawaai geven; frapperen; hameren; hengsten; kloppen; kloppen met een hamer; rammen; slaan; stompen; tikken
heurter hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aankloppen; aanrijden; aanstoot geven; aantikken; aanvaren; bonken; bonzen; botsen; choqueren; hameren; ketsen; kloppen; luiden; op elkaar knallen; op elkaar stoten; opbotsen; rammen; schokken; shockeren; slaan; stoten op; tikken
taper hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren aankloppen; aantikken; beuken; bonken; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; hameren; hengsten; kloppen; kloppen met een hamer; machineschrijven; rammen; slaan; stompen; stoppen; tikken; typen

Related Words for "meppen":


Wiktionary Translations for meppen:


External Machine Translations: