Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. monsteren:


Dutch

Detailed Translations for monsterde from Dutch to French

monsteren:

monsteren [znw.] noun

  1. monsteren (keurend bekijken)
    l'examination; la revue

monsteren verb (monster, monstert, monsterde, monsterden, gemonsterd)

  1. monsteren (monsters nemen; keuren)
    examiner; inspecter
    • examiner verb (examine, examines, examinons, examinez, )
    • inspecter verb (inspecte, inspectes, inspectons, inspectez, )

Conjugations for monsteren:

o.t.t.
  1. monster
  2. monstert
  3. monstert
  4. monsteren
  5. monsteren
  6. monsteren
o.v.t.
  1. monsterde
  2. monsterde
  3. monsterde
  4. monsterden
  5. monsterden
  6. monsterden
v.t.t.
  1. heb gemonsterd
  2. hebt gemonsterd
  3. heeft gemonsterd
  4. hebben gemonsterd
  5. hebben gemonsterd
  6. hebben gemonsterd
v.v.t.
  1. had gemonsterd
  2. had gemonsterd
  3. had gemonsterd
  4. hadden gemonsterd
  5. hadden gemonsterd
  6. hadden gemonsterd
o.t.t.t.
  1. zal monsteren
  2. zult monsteren
  3. zal monsteren
  4. zullen monsteren
  5. zullen monsteren
  6. zullen monsteren
o.v.t.t.
  1. zou monsteren
  2. zou monsteren
  3. zou monsteren
  4. zouden monsteren
  5. zouden monsteren
  6. zouden monsteren
en verder
  1. ben gemonsterd
  2. bent gemonsterd
  3. is gemonsterd
  4. zijn gemonsterd
  5. zijn gemonsterd
  6. zijn gemonsterd
diversen
  1. monster!
  2. monstert!
  3. gemonsterd
  4. monsterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for monsteren:

NounRelated TranslationsOther Translations
examination keurend bekijken; monsteren
examiner bezichtigen; bezichtiging
revue keurend bekijken; monsteren bericht; blaadje; blad; bladen; defilé; maandblad; magazine; parade; periodiek; revue; tijdschrift; tijdschriften; tijdspiegel; weekblad
VerbRelated TranslationsOther Translations
examiner keuren; monsteren; monsters nemen aankijken; aanschouwen; aftasten; afwegen; bekijken; beproeven; beschouwen; bezichtigen; bezien; blikken; blikken werpen; checken; controleren; doordenken; doorvorsen; examineren; gadeslaan; inkijken; inspecteren; inzien; keuren; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; natrekken; onderzoeken; overdenken; overhoren; overwegen; rechercheren; schouwen; snuffelen; speuren; testen; toeschouwen; toetsen; verifiëren; verkennen
inspecter keuren; monsteren; monsters nemen aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; doorvorsen; examineren; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; onderzoeken; overhoren; overzien; rechercheren; schouwen; snuffelen; speuren; testen; toetsen

Related Words for "monsteren":