Noun | Related Translations | Other Translations |
importun
|
|
hinderlijk persoon; lastpak; lastpost
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
déplaisant
|
lastig; niet schikkend; storend
|
afstotend; hinderlijk; lastig; lelijk; naar; onaangenaam; onaantrekkelijk; ongelegen; onheus; onplezierig; onsympathiek; onverkwikkelijk; storend; wrang; zuur; zuur smakend
|
désagréable
|
lastig; niet schikkend; storend
|
afgezaagd; afstotend; antipathiek; ellendig; hinderlijk; langdraadig; langwijlig; lastig; lelijk; melig; naar; onaangenaam; onaantrekkelijk; onaardig; onbehaaglijk; ongelegen; ongenietbaar; onhartelijk; onhebbelijk; onheus; onplezierig; onprettig; onverdraagzaam; onverkwikkelijk; onvriendelijk; onwelwillend; onwennig; rot; saai; slecht geluimd; storend; stuitend; vervelend; wrang; zuur; zuur smakend
|
gênant
|
lastig; niet schikkend; storend
|
benard; benauwd; ergerlijk; ernstig; genant; gênant; hachelijk; hinder veroorzakend; hinderlijk; irritant; kritiek; lastig; lastige; moeilijk; niet makkelijk; onaangenaam; ongemakkelijk; onprettig; penibel; pijnlijk; storend; vervelend; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
|
importun
|
lastig; niet schikkend; storend
|
hinder veroorzakend; indringerig; lastig; ongemakkelijk; ongewenst; ongewild; onprettig; onwelkom; opdringerig
|
inopportun
|
lastig; niet schikkend; storend
|
gênant; hinder veroorzakend; hinderlijk; lastig; misplaatst; niet op het goede moment; onaangenaam; ongemakkelijk; ontijdig; storend
|
pénible
|
lastig; niet schikkend; storend
|
benard; benauwd; bezwaarlijk; ernstig; genant; gênant; hachelijk; hinder veroorzakend; hinderlijk; kritiek; lastig; lastige; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; onaangenaam; ongemakkelijk; penibel; pijnlijk; storend; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
|
à contre-temps
|
lastig; niet schikkend; storend
|
niet op het goede moment; ontijdig
|