Noun | Related Translations | Other Translations |
fainéant
|
|
flierefluiter; geitenbreier; klooier; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut; slampamper; slapkous
|
paresseux
|
|
flierefluiter; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; lijntrekkers; luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut; slampamper; slapkous
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
inactif
|
lui; niets doend
|
apathisch; inactief; lethargisch; niet-actief; werkeloos; werkloos
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fainéant
|
lui; niets doend
|
vadsig
|
indolent
|
lui; niets doend
|
futloos; gemakzuchtig; hangerig; laks; lamlendig; langzaam; lijzig; log; loom; lusteloos; mat; slap; sloom; traag; vadsig; werkeloos; werkloos
|
paresseuse
|
lui; niets doend
|
lui; traag; werkeloos; werkloos; werkschuw
|
paresseusement
|
lui; niets doend
|
lui; traag; werkeloos; werkloos; werkschuw
|
paresseux
|
lui; niets doend
|
gemakzuchtig; lui; traag; werkeloos; werkloos; werkschuw
|