Dutch

Detailed Translations for ongelukken from Dutch to French

ongelukken:

ongelukken [de ~] noun, plural

  1. de ongelukken (ongevallen)
    l'accidents; le désastres

Translation Matrix for ongelukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
accidents ongelukken; ongevallen
désastres ongelukken; ongevallen catastrofes

Related Words for "ongelukken":


ongeluk:

ongeluk [znw.] noun

  1. ongeluk (onheil; moeilijkheden; ellende; )
    la catastrophe; le malheur; la calamité; le désastre; la mésaventure

ongeluk [het ~] noun

  1. het ongeluk (ongeval)
    l'accident
  2. het ongeluk (kwel; droefenis; rouw; )
    la détresse; la désolation; la tristesse; l'affliction; la mélancolie
  3. het ongeluk (tegenspoed; tegenslag; moeilijkheden; )
    la malchance; l'échec; le contretemps; la difficultés; l'infortune; le malheur; le revers; la calamité; le contre-temps; l'adversité; la déveine; la détresse; l'ennuis; la misère; la catastrophe; la mésaventure; le désastre; la mauvaise fortune; le besoin; le danger; le déboires

Translation Matrix for ongeluk:

NounRelated TranslationsOther Translations
accident ongeluk; ongeval
adversité ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen behoeftigheid; nood; noodwendigheid; tegenwind
affliction droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart chagrijn; droefheid; ergernis; leed; smart; treurigheid; verdriet
besoin ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen armelijkheid; armoede; behoefte; behoeftigheid; ellende; gebrek; gemis; hulpbehoevendheid; krapte; minvermogendheid; nood; noodtoestand; schaarsheid; schaarste; tekort
calamité ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen catastrofe; noodlottigheid; ramp; rampspoed; rampzaligheid
catastrophe ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen catastrofe; gevaar; noodlottigheid; onheil; onheilsdreiging; ramp; rampspoed; rampzaligheid
contre-temps ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
contretemps ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen tegenslagen; tegenwind
danger ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen dreiging; gevaar; onheil; onheilsdreiging; onraad; ramp
difficultés ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen fouten; gebreken; mankementen; moeilijkheden; ongemakken; problemen; sores; zorgen
déboires ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
désastre ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen gevaar; noodlottigheid; onheil; onheilsdreiging; ramp; rampspoed; rampzaligheid
désolation droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart droefheid; eenzaam gevoel; eenzaamheid; troosteloosheid; troosteloze toestand
détresse droefenis; ellende; kruis; kwel; leed; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; pijn; ramp; rampspoed; rouw; smart; tegenslag; tegenspoed; terugslagen behoeftigheid; droefheid; hulpbehoevendheid; nood; noodwendigheid; treurigheid
déveine ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
ennuis ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen conditie; gedram; gelazer; getob; gezanik; gezeur; moeilijkheden; narigheden; narigheid; ongemakken; ongerieven; problemen; rompslomp; sores; staat; toestand; trammelant; veel gedoe; zorgen
infortune ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen armelijkheid; armzaligheid; behoeftigheid; gebrek; haveloosheid; karigheid; krapte; minvermogendheid; poverheid; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; sjofelheid; tekort
malchance ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
malheur ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen bekommernis; bezorgdheid; chagrijn; ellende; ergernis; kommer; kwel; leed; misère; ongerustheid; smart; tegenslagen; treurigheid; verdriet; verontrusting; zorg
mauvaise fortune ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
misère ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen armoede; armzaligheid; behoeftigheid; ellende; gebrek; gebrekkige toestand; gemis; hulpbehoevendheid; ielheid; karigheid; kommer; krapte; kwel; magerheid; misère; moeilijkheden; nood; noodwendigheid; poverheid; problemen; ramp; rampspoed; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; sores; tegenslagen; tekort; treurigheid; zorgen
mélancolie droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; melancholie; neerslachtigheid; radeloosheid; somberheid; treurigheid; treurnis; triestheid; vertwijfeling; wanhoop; weemoed; zwaarmoedigheid
mésaventure ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen
revers ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen achterstel; hoezen; keerzijde; ommekeer; omslag; onaangename zijde; revers; rugstuk; totale verandering; zelfkant
tristesse droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; bekommernis; bezorgdheid; chagrijn; droefenis; droefgeestigheid; droefheid; ellende; ergernis; gedeprimeerdheid; grauwheid; kleurloosheid; kommer; kwel; leed; melancholie; misère; neerslachtigheid; ongerustheid; radeloosheid; smart; somberheid; treurigheid; treurnis; triestheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; verdriet; verontrusting; vertwijfeling; wanhoop; weemoed; zieligheid; zorg; zwaarmoedigheid
échec ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen afgang; blamage; echec; fiasco; flop; mislukking; mislukt; misser; nederlaag; overwonnen-worden; teschandemaking; verijdeling; verlies
- pech

Related Words for "ongeluk":


Synonyms for "ongeluk":


Antonyms for "ongeluk":


Related Definitions for "ongeluk":

  1. onverwachte gebeurtenis met schade of verwondingen1
    • er is op straat een ongeluk gebeurd1
  2. ongunstig, nadelig toeval1
    • hij heeft altijd ongeluk1

Wiktionary Translations for ongeluk:

ongeluk
noun
  1. een onvoorziene gebeurtenis met negatieve en soms zelfs fatale gevolgen
ongeluk
noun
  1. À classer
  2. mauvaise chance, suite de mésaventures, revers dus à un hasard malheureux.
  3. Mauvaise fortune/destinée

Cross Translation:
FromToVia
ongeluk accident accident — unexpected event with negative consequences
ongeluk malchance bad luck — misfortune
ongeluk malchance misfortune — bad luck
ongeluk erreur; accident mishap — An accident, mistake, or problem

External Machine Translations: