Dutch
Detailed Translations for onlosmakelijk from Dutch to French
onlosmakelijk:
-
onlosmakelijk (onverbrekelijk; onontwarbaar)
indissociable; inséparable; indissoluble; inextricable; incassable-
indissociable adj
-
inséparable adj
-
indissoluble adj
-
inextricable adj
-
incassable adj
-
Translation Matrix for onlosmakelijk:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
incassable | onlosmakelijk; onontwarbaar; onverbrekelijk | onbreekbaar |
indissociable | onlosmakelijk; onontwarbaar; onverbrekelijk | |
indissoluble | onlosmakelijk; onontwarbaar; onverbrekelijk | |
inextricable | onlosmakelijk; onontwarbaar; onverbrekelijk | |
inséparable | onlosmakelijk; onontwarbaar; onverbrekelijk | onafscheidelijk; onscheidbaar |