Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. onrecht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onrecht from Dutch to French

onrecht:

onrecht [het ~] noun

  1. het onrecht (onrechtvaardigheid; onbillijkheid; ongerechtigheid)
    l'injustice; le tort; l'iniquité

Translation Matrix for onrecht:

NounRelated TranslationsOther Translations
iniquité onbillijkheid; ongelijk; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid
injustice onbillijkheid; ongelijk; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid
tort onbillijkheid; ongelijk; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid achterstelling; afbreuk; benadeling; nederlaag; overwonnen-worden; schade; verlies

Antonyms for "onrecht":


Related Definitions for "onrecht":

  1. oneerlijke behandeling1
    • er is veel onrecht in de wereld1

Wiktionary Translations for onrecht:

onrecht
noun
  1. -