Summary
Dutch to French: more detail...
- opbergen:
-
Wiktionary:
- opbergen → enlever, serrer, ôter
- opbergen → mettre de côté
Dutch
Detailed Translations for opbergen from Dutch to French
opbergen:
-
opbergen (archiveren; opslaan; bewaren)
archiver; ranger-
archiver verb (archive, archives, archivons, archivez, archivent, archivais, archivait, archivions, archiviez, archivaient, archivai, archivas, archiva, archivâmes, archivâtes, archivèrent, archiverai, archiveras, archivera, archiverons, archiverez, archiveront)
-
ranger verb (range, ranges, rangeons, rangez, rangent, rangeais, rangeait, rangions, rangiez, rangeaient, rangeai, rangeas, rangea, rangeâmes, rangeâtes, rangèrent, rangerai, rangeras, rangera, rangerons, rangerez, rangeront)
-
-
opbergen (wegbergen)
ranger; mettre dans un armoire ou dans un tiroir; enfermer; mettre de côté; renfermer-
ranger verb (range, ranges, rangeons, rangez, rangent, rangeais, rangeait, rangions, rangiez, rangeaient, rangeai, rangeas, rangea, rangeâmes, rangeâtes, rangèrent, rangerai, rangeras, rangera, rangerons, rangerez, rangeront)
-
enfermer verb (enferme, enfermes, enfermons, enfermez, enferment, enfermais, enfermait, enfermions, enfermiez, enfermaient, enfermai, enfermas, enferma, enfermâmes, enfermâtes, enfermèrent, enfermerai, enfermeras, enfermera, enfermerons, enfermerez, enfermeront)
-
mettre de côté verb
-
renfermer verb (renferme, renfermes, renfermons, renfermez, renferment, renfermais, renfermait, renfermions, renfermiez, renfermaient, renfermai, renfermas, renferma, renfermâmes, renfermâtes, renfermèrent, renfermerai, renfermeras, renfermera, renfermerons, renfermerez, renfermeront)
-
-
opbergen (wegsluiten; wegbergen)
enfermer; mettre sous clé-
enfermer verb (enferme, enfermes, enfermons, enfermez, enferment, enfermais, enfermait, enfermions, enfermiez, enfermaient, enfermai, enfermas, enferma, enfermâmes, enfermâtes, enfermèrent, enfermerai, enfermeras, enfermera, enfermerons, enfermerez, enfermeront)
-
mettre sous clé verb
-
Conjugations for opbergen:
o.t.t.
- berg op
- bergt op
- bergt op
- bergen op
- bergen op
- bergen op
o.v.t.
- borg op
- borg op
- borg op
- borgen op
- borgen op
- borgen op
v.t.t.
- heb opgeborgen
- hebt opgeborgen
- heeft opgeborgen
- hebben opgeborgen
- hebben opgeborgen
- hebben opgeborgen
v.v.t.
- had opgeborgen
- had opgeborgen
- had opgeborgen
- hadden opgeborgen
- hadden opgeborgen
- hadden opgeborgen
o.t.t.t.
- zal opbergen
- zult opbergen
- zal opbergen
- zullen opbergen
- zullen opbergen
- zullen opbergen
o.v.t.t.
- zou opbergen
- zou opbergen
- zou opbergen
- zouden opbergen
- zouden opbergen
- zouden opbergen
en verder
- ben opgeborgen
- bent opgeborgen
- is opgeborgen
- zijn opgeborgen
- zijn opgeborgen
- zijn opgeborgen
diversen
- berg op!
- bergt op!
- opgeborgen
- opberegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opbergen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
renfermer | behelzen; inhouden | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
archiver | archiveren; bewaren; opbergen; opslaan | archiveren; comprimeren; inchecken |
enfermer | opbergen; wegbergen; wegsluiten | omgeven; omringen; omvatten; opsluiten; vastzetten |
mettre dans un armoire ou dans un tiroir | opbergen; wegbergen | |
mettre de côté | opbergen; wegbergen | afzonderen; apart zetten; bewaren; hamsteren; isoleren; op bankrekening zetten; oppotten; opsparen; opzij leggen; opzijzetten; potten; reserveren; sparen; voorbehouden; wegzetten |
mettre sous clé | opbergen; wegbergen; wegsluiten | |
ranger | archiveren; bewaren; opbergen; opslaan; wegbergen | bergen; bewaren; bijeen scharrelen; deponeren; inschikken; leggen; neerleggen; opruimen; opschonen; opzij leggen; parkeren; plaatsen; rangordenen; rangschikken; samenpakken; samenrapen; scharen; stallen; stouwen; vlijen; wegleggen; wegzetten; zetten |
renfermer | opbergen; wegbergen | bevatten; inhouden |
Wiktionary Translations for opbergen:
opbergen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opbergen | → mettre de côté | ↔ stash — store away for later use |