Summary
Dutch to French: more detail...
- opvallen:
-
Wiktionary:
- opvallen → frapper, heurter
- opvallen → recommander
Dutch
Detailed Translations for opvallen from Dutch to French
opvallen:
-
opvallen (uitsteken; uitspringen; eruit springen; afsteken; in het oog lopen)
étaler; contraster; se faire valoir; se pavaner-
étaler verb (étale, étales, étalons, étalez, étalent, étalais, étalait, étalions, étaliez, étalaient, étalai, étalas, étala, étalâmes, étalâtes, étalèrent, étalerai, étaleras, étalera, étalerons, étalerez, étaleront)
-
contraster verb (contraste, contrastes, contrastons, contrastez, contrastent, contrastais, contrastait, contrastions, contrastiez, contrastaient, contrastai, contrastas, contrasta, contrastâmes, contrastâtes, contrastèrent, contrasterai, contrasteras, contrastera, contrasterons, contrasterez, contrasteront)
-
se faire valoir verb
-
se pavaner verb
-
Conjugations for opvallen:
o.t.t.
- val op
- valt op
- valt op
- vallen op
- vallen op
- vallen op
o.v.t.
- viel op
- viel op
- viel op
- vielen op
- vielen op
- vielen op
v.t.t.
- ben opgevallen
- bent opgevallen
- is opgevallen
- zijn opgevallen
- zijn opgevallen
- zijn opgevallen
v.v.t.
- was opgevallen
- was opgevallen
- was opgevallen
- waren opgevallen
- waren opgevallen
- waren opgevallen
o.t.t.t.
- zal opvallen
- zult opvallen
- zal opvallen
- zullen opvallen
- zullen opvallen
- zullen opvallen
o.v.t.t.
- zou opvallen
- zou opvallen
- zou opvallen
- zouden opvallen
- zouden opvallen
- zouden opvallen
diversen
- val op!
- valt op!
- opgevallen
- opvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
opvallen
Translation Matrix for opvallen:
Related Definitions for "opvallen":
Wiktionary Translations for opvallen:
opvallen
opvallen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opvallen | → recommander | ↔ empfehlen — (transitiv) unpersönlich: einen guten Eindruck hinterlassen |