Dutch

Detailed Translations for order from Dutch to French

order:

order [de ~] noun

  1. de order (dwangbevel; opdracht; taak; consigne; bevelschrift)
    l'assignation; l'ordre; la consigne; la mission; l'instruction; le commandement; la devise; la sommation; la contrainte
  2. de order (bevel; commando)
    la commande; l'ordre; le commando; le commandement; la sommation; la mission; l'impératif; le mandat; l'ordre donné à l'armée

order

  1. order
    la commande

Translation Matrix for order:

NounRelated TranslationsOther Translations
assignation bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; bevelschrift; consigne; daging; dagvaarding; instructie; lastbrief; lastgeving; mandaat; opdracht; toekenning; toewijzing; verlening; voorschrift
commande bevel; commando; order bestellen; consigne; lastgeving; mandaat; opdracht; stuur; stuurrad; stuurwiel
commandement bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; dienstorder; gebod; instructie; voorschrift
commando bevel; commando; order commandosoldaat
consigne bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; bagagedepot; bevelschrift; consigne; garderobe; hangkast; instructie; kamerarrest; lastbrief; lastgeving; mandaat; opdracht; orde; regel; regeling; reglement; statiegeld; vestiaire; voorschrift; wachtwoord; wet
contrainte bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; bedwang; beperking; gereserveerdheid; geweld; instructie; terughoudendheid; voorschrift
devise bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak consigne; devies; deviezen; grondstelling; hoofdstelling; kenspreuk; kreet; leus; leuze; lijfspreuk; motto; parool; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan; spreuk; strijdkreet; wachtwoord; wapenkreet; yell; zinspreuk
impératif bevel; commando; order aanwijzing; gebiedende wijs; gebod; imperatief; instructie; voorschrift
instruction bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; bekwaming; bevelschrift; briefing; consigne; dienstorder; dresseren; dressuur; educatie; geestelijke vorming; handleiding; instructie; kundig maken; lastbrief; lastgeving; lering; les; mandaat; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; opdracht; opleiding; richtlijn; scholing; schoolopleiding; training; uitleg; vooronderzoek; voorschrift; vooruitgang; vorming
mandat bevel; commando; order bevelschrift; geven van volmacht; lastbrief; lastgeving; licentie; machtigingsformulier; mandaat; postwissel; procuratie; vergunning; volmacht; wissel
mission bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; afgifte; aflevering; arbeid; bezorging; geleverde; instructie; job; karwei; leverantie; levering; missie; roeping; uitlevering; voorschrift; zending; zending met speciale opdracht
ordre bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aaneenschakeling; aanwijzing; arrangement; betamelijkheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gebod; gelid; graad; hiërarchie; indeling; instructie; keurigheid; klasse; maatschappelijke klasse; netheid; niveau; onberispelijkheid; opbouw; opeenvolging; opgeruimdheid; opstelling; orde; ordelijkheid; ordening; organisatie; peil; properheid; rang; rangorde; rangschikking; regelmaat; samenstelling; schikking; slag; smetteloosheid; specialisatie; specialisme; stand; structuur; systeem; vakgebied; volgorde; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
ordre donné à l'armée bevel; commando; order legerorder
sommation bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanwijzing; aanzegging; deurwaardersexploot; herinnering; instructie; kennisgeving; maning; sommatie; vermaning; voorschrift; waarschuwing
- bevel; opdracht
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
instruction instructie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
impératif bindend; dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; onafwijsbaar; streng; strikt; stringent; vereisend

Related Words for "order":

  • orders, ordertje, ordertjes

Synonyms for "order":


Related Definitions for "order":

  1. opdracht om iets te leveren1
    • wij hebben een order bij dat bedrijf geplaatst1
  2. wat je moet doen van iemand1
    • de soldaten kregen een order om te vertrekken1

Wiktionary Translations for order:

order
noun
  1. comm|fr ordre donné à un fabricant, à un ouvrier, à un artiste de faire un certain ouvrage, ou à un marchand de faire une certaine livraison.

Cross Translation:
FromToVia
order ordre order — command
order commande order — request for some product or service

Related Translations for order