Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. patiënt:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for patiënt from Dutch to French

patiënt:

patiënt [de ~ (m)] noun

  1. de patiënt (zieke)
    le patient; le malade; le souffrant

Translation Matrix for patiënt:

NounRelated TranslationsOther Translations
malade patiënt; zieke lijder
patient patiënt; zieke
souffrant patiënt; zieke lijder
ModifierRelated TranslationsOther Translations
malade aan een ziekte lijdend; akelig; beroerd; ellendig; menstruerend; naar; ongesteld; ziek
patient geduldig; gelaten; kalm afwachtend; lankmoedig; lijdzaam
souffrant lijdend

Related Words for "patiënt":

  • patiënten

Synonyms for "patiënt":


Related Definitions for "patiënt":

  1. wie door een dokter behandeld moet worden1
    • de patiënt vroeg wat er aan de hand was1

Wiktionary Translations for patiënt:

patiënt
noun
  1. iemand die medische hulp krijgt

Cross Translation:
FromToVia
patiënt patient Patient — eine kranke Person, die medizinisch behandelt oder betreut wird
patiënt patient patient — someone who receives treatment from a doctor