Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. recalcitrant:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for recalcitrant from Dutch to French

recalcitrant:


Translation Matrix for recalcitrant:

NounRelated TranslationsOther Translations
récalcitrant weigeraar
révolte oproer; opstand; opstootje; plotselinge omwenteling; rebellie; rel; sabotage; tegenstand; tegenwerking; verzet; volksoproer; volksopstand; vuistgevecht; weerstand
ModifierRelated TranslationsOther Translations
obstiné koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig aanhoudend; bokkig; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; voortdurend
obstinément koppig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig aanhoudend; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; voortdurend
opiniâtre koppig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
récalcitrant opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbestuurbaar; onbuigzaam; ongehoorzaam; ongezeglijk; onhandelbaar; onverzettelijk; onwillig; rebellerend; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
révolte opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig
têtu koppig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig

Related Words for "recalcitrant":

  • recalcitrante

Wiktionary Translations for recalcitrant:

recalcitrant
adjective
  1. indocile, difficile à conduire, à persuader

Cross Translation:
FromToVia
recalcitrant récalcitrant aufsässig — sich Anweisungen widersetzend, meist aus Trotz oder um zu provozieren