Dutch
Detailed Translations for resumeren from Dutch to French
resumeren:
-
resumeren
récapituler; résumer-
récapituler verb (récapitule, récapitules, récapitulons, récapitulez, récapitulent, récapitulais, récapitulait, récapitulions, récapituliez, récapitulaient, récapitulai, récapitulas, récapitula, récapitulâmes, récapitulâtes, récapitulèrent, récapitulerai, récapituleras, récapitulera, récapitulerons, récapitulerez, récapituleront)
-
résumer verb (résume, résumes, résumons, résumez, résument, résumais, résumait, résumions, résumiez, résumaient, résumai, résumas, résuma, résumâmes, résumâtes, résumèrent, résumerai, résumeras, résumera, résumerons, résumerez, résumeront)
-
Conjugations for resumeren:
o.t.t.
- resumeer
- resumeert
- resumeert
- resumeren
- resumeren
- resumeren
o.v.t.
- resumeerde
- resumeerde
- resumeerde
- resumeerden
- resumeerden
- resumeerden
v.t.t.
- heb geresumeerd
- hebt geresumeerd
- heeft geresumeerd
- hebben geresumeerd
- hebben geresumeerd
- hebben geresumeerd
v.v.t.
- had geresumeerd
- had geresumeerd
- had geresumeerd
- hadden geresumeerd
- hadden geresumeerd
- hadden geresumeerd
o.t.t.t.
- zal resumeren
- zult resumeren
- zal resumeren
- zullen resumeren
- zullen resumeren
- zullen resumeren
o.v.t.t.
- zou resumeren
- zou resumeren
- zou resumeren
- zouden resumeren
- zouden resumeren
- zouden resumeren
diversen
- resumeer!
- resumeert!
- geresumeerd
- resumerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for resumeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
récapituler | resumeren | kort samenvatten; recapituleren; samenvatten |
résumer | resumeren | afkorten; de draad weer oppakken; hernemen; hervatten; inkorten; kort samenvatten; kort weergeven; korten; recapituleren; samenvatten |