Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ruïneren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ruïneer from Dutch to French

ruïneren:

ruïneren verb (ruïneer, ruïneert, ruïneerde, ruïneerden, geruïneerd)

  1. ruïneren (in de war sturen; bederven; verzieken; nekken)
    brouiller; dégrader; ruiner
    • brouiller verb (brouille, brouilles, brouillons, brouillez, )
    • dégrader verb (dégrade, dégrades, dégradons, dégradez, )
    • ruiner verb (ruine, ruines, ruinons, ruinez, )

Conjugations for ruïneren:

o.t.t.
  1. ruïneer
  2. ruïneert
  3. ruïneert
  4. ruïneren
  5. ruïneren
  6. ruïneren
o.v.t.
  1. ruïneerde
  2. ruïneerde
  3. ruïneerde
  4. ruïneerden
  5. ruïneerden
  6. ruïneerden
v.t.t.
  1. ben geruïneerd
  2. bent geruïneerd
  3. is geruïneerd
  4. zijn geruïneerd
  5. zijn geruïneerd
  6. zijn geruïneerd
v.v.t.
  1. was geruïneerd
  2. was geruïneerd
  3. was geruïneerd
  4. waren geruïneerd
  5. waren geruïneerd
  6. waren geruïneerd
o.t.t.t.
  1. zal ruïneren
  2. zult ruïneren
  3. zal ruïneren
  4. zullen ruïneren
  5. zullen ruïneren
  6. zullen ruïneren
o.v.t.t.
  1. zou ruïneren
  2. zou ruïneren
  3. zou ruïneren
  4. zouden ruïneren
  5. zouden ruïneren
  6. zouden ruïneren
en verder
  1. heb geruïneerd
  2. hebt geruïneerd
  3. heeft geruïneerd
  4. hebben geruïneerd
  5. hebben geruïneerd
  6. hebben geruïneerd
diversen
  1. ruïneer!
  2. ruïneert!
  3. geruïneerd
  4. ruïnerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ruïneren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
brouiller bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken omroeren; roeren; verstoren; vertoornen
dégrader bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten
ruiner bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken afbreken; bederven; corrumperen; ruineren; slopen; stukmaken; te gronde richten; verbroddelen; verderven; verklungelen; verknallen; verknoeien; vernielen; vernietigen; verpesten; verwoesten; verzieken

Wiktionary Translations for ruïneren:

ruïneren
verb
  1. helemaal kapotmaken
  2. iemand financieel te gronde richten
ruïneren
Cross Translation:
FromToVia
ruïneren ruiner ruin — to cause the ruin of

External Machine Translations: