Noun | Related Translations | Other Translations |
aube
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
't aanbreken v.d. dag; aanbreken van de dag; dageraad; morgenschemering; ochtendgloren; ochtendstond; paddel; schoep van een scheprad; zonsopgang
|
crépuscule
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
schemeravond; schemertijd
|
demi-jour
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
|
demi-obscurité
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
|
lueur
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
flakkering; flikkering; geflikker; glans; glimp; gloed; luister; schijn; schijnsel; schitteren; schittering; signaalvlam; sprankeltje; straling; vleug; vleugje; vonkje
|
lumière crépusculaire
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
|
moment crépusculaire
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
schemeravond
|
pénombre
|
deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht
|
|