Noun | Related Translations | Other Translations |
attitude
|
houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
|
bewering; gedrag; gedragswijze; handelwijze; houding; instelling; manier; mentaliteit; optreden; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
|
blâme
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
blaam; smet; vlek
|
posture
|
houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
|
figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; vorm
|
remontrances
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
berispingkjes; slechte aantekeningen; slechte notities; standjes
|
reproche
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
kwalijk nemen; verwijt; verwijten
|
réprimande
|
berisping; gisping; lering; reprimande; schrobbering; standje; terechtwijzing; uitbrander; verwijt
|
schrobbering; uitschijter
|
réprobation
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
afkeuren; blaam
|
tenue
|
houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
|
betamelijkheid; etiquette; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gewaad; keurigheid; kledij; kleding; kleren; kostuum; maatpak; netheid; onberispelijkheid; ordelijkheid; pak; plunje; tenue; uitdossing; uniform; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
|
vitupération
|
berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
|
|