Summary
Dutch
Detailed Translations for strepen from Dutch to French
strepen:
-
strepen (strepen trekken)
Conjugations for strepen:
o.t.t.
- streep
- streept
- streept
- strepen
- strepen
- strepen
o.v.t.
- streepte
- streepte
- streepte
- streepten
- streepten
- streepten
v.t.t.
- ben getreept
- bent getreept
- is getreept
- zijn getreept
- zijn getreept
- zijn getreept
v.v.t.
- was getreept
- was getreept
- was getreept
- waren getreept
- waren getreept
- waren getreept
o.t.t.t.
- zal strepen
- zult strepen
- zal strepen
- zullen strepen
- zullen strepen
- zullen strepen
o.v.t.t.
- zou strepen
- zou strepen
- zou strepen
- zouden strepen
- zouden strepen
- zouden strepen
diversen
- streep!
- streept!
- getreept
- strepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for strepen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lignes | strepen | notenbalk |
Verb | Related Translations | Other Translations |
rayer | strepen; strepen trekken | bekrassen; belijnen; diskwalificeren; doorhalen; doorstrepen; iemand schrappen; liniëren; royeren; schrappen; uitsluiten; van lijnen voorzien |
Related Words for "strepen":
streep:
Translation Matrix for streep:
Related Words for "streep":
Synonyms for "streep":
Related Definitions for "streep":
Wiktionary Translations for streep:
streep
Cross Translation:
noun
streep
-
een min of meer rechte getrokken lijn of lijnstuk
- streep → ligne
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• streep | → ligne; trait | ↔ line — path through two or more points, threadlike mark |