Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. talrijker maken:


Dutch

Detailed Translations for talrijker maken from Dutch to French

talrijker maken:

talrijker maken verb

  1. talrijker maken (vergroten; uitbreiden; vermeerderen)
    étendre; agrandir; élargir; augmenter; grossir; amplifier
    • étendre verb (étends, étend, étendons, étendez, )
    • agrandir verb (agrandis, agrandit, agrandissons, agrandissez, )
    • élargir verb (élargis, élargit, élargissons, élargissez, )
    • augmenter verb (augmente, augmentes, augmentons, augmentez, )
    • grossir verb (grossis, grossit, grossissons, grossissez, )
    • amplifier verb (amplifie, amplifies, amplifions, amplifiez, )

Translation Matrix for talrijker maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
agrandir talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen aanbouwen; aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bijbouwen; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; groeien; groter worden; maximaliseren; omhooggaan; openen; opzetten; stijgen; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
amplifier talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen aangroeien; aanscherpen; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; intensiveren; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; toespitsen; verhevigen; vermeerderen; versterken
augmenter talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; aanzwiepen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; hoger draaien; hoger maken; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogdraaien; omhooggaan; omhoogstijgen; opdraaien; opdrijven; ophogen; opschroeven; opvoeren; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; veel doen stijgen; vergroten; verhogen; vermeerderen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen; zich vermeerderen
grossir talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen aandikken; aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bollen; de hoogte ingaan; dik worden; dikker worden; expanderen; geconcentreerder worden; gedijen; groeien; groter worden; iets overdreven voorstellen; laten exploderen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opblazen; opbollen; openen; opkloppen; opschroeven; opzetten; opzwellen; overdreven voorstellen; overdrijven; rijzen; stijgen; stollen; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; verdikken; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
élargir talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen breder maken; expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreden; verbreiden; verdiepen; vermeerderen; verruimen; verwijden; wijder maken
étendre talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen aangeven; aanreiken; breder maken; expanderen; geven; klaar leggen; naar buiten hangen; ontvouwen; openen; openspreiden; openvouwen; oprekken; opspannen; reiken; rekken; rondstrooien; spannen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uithangen; uitklappen; uitrekken; uitslaan; uitsmeren; uitspreiden; uitvouwen; uitzaaien; uitzenden; uitzwellen; verbreden; verbreiden; verbreider; verdeler; verdiepen; verlengen; vermeerderen; verruimen; verspreiden; verstrooien; verwijden

External Machine Translations:

Related Translations for talrijker maken