Dutch
Detailed Translations for terugvorderen from Dutch to French
terugvorderen:
-
terugvorderen (terugeisen)
revendiquer; redemander; réclamer; déposer une réclamation-
revendiquer verb (revendique, revendiques, revendiquons, revendiquez, revendiquent, revendiquais, revendiquait, revendiquions, revendiquiez, revendiquaient, revendiquai, revendiquas, revendiqua, revendiquâmes, revendiquâtes, revendiquèrent, revendiquerai, revendiqueras, revendiquera, revendiquerons, revendiquerez, revendiqueront)
-
redemander verb (redemande, redemandes, redemandons, redemandez, redemandent, redemandais, redemandait, redemandions, redemandiez, redemandaient, redemandai, redemandas, redemanda, redemandâmes, redemandâtes, redemandèrent, redemanderai, redemanderas, redemandera, redemanderons, redemanderez, redemanderont)
-
réclamer verb (réclame, réclames, réclamons, réclamez, réclament, réclamais, réclamait, réclamions, réclamiez, réclamaient, réclamai, réclamas, réclama, réclamâmes, réclamâtes, réclamèrent, réclamerai, réclameras, réclamera, réclamerons, réclamerez, réclameront)
-
Conjugations for terugvorderen:
o.t.t.
- vorder terug
- vordert terug
- vordert terug
- vorderen terug
- vorderen terug
- vorderen terug
o.v.t.
- vorderde terug
- vorderde terug
- vorderde terug
- vorderden terug
- vorderden terug
- vorderden terug
v.t.t.
- heb teruggevorderd
- hebt teruggevorderd
- heeft teruggevorderd
- hebben teruggevorderd
- hebben teruggevorderd
- hebben teruggevorderd
v.v.t.
- had teruggevorderd
- had teruggevorderd
- had teruggevorderd
- hadden teruggevorderd
- hadden teruggevorderd
- hadden teruggevorderd
o.t.t.t.
- zal terugvorderen
- zult terugvorderen
- zal terugvorderen
- zullen terugvorderen
- zullen terugvorderen
- zullen terugvorderen
o.v.t.t.
- zou terugvorderen
- zou terugvorderen
- zou terugvorderen
- zouden terugvorderen
- zouden terugvorderen
- zouden terugvorderen
en verder
- ben teruggevorderd
- bent teruggevorderd
- is teruggevorderd
- zijn teruggevorderd
- zijn teruggevorderd
- zijn teruggevorderd
diversen
- vorder terug!
- vordert terug!
- teruggevorderd
- terugvorderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for terugvorderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
réclamer | aanspraak maken op; claim | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
déposer une réclamation | terugeisen; terugvorderen | een klacht indienen; klagen; misnoegen uiten; over iets mopperen; zijn beklag indienen |
redemander | terugeisen; terugvorderen | terugvragen |
revendiquer | terugeisen; terugvorderen | aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; eisen; opeisen; opvorderen; opvragen; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vragen |
réclamer | terugeisen; terugvorderen | aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; een klacht indienen; eisen; klagen; misnoegen uiten; opeisen; opvorderen; opvragen; over iets mopperen; reclameren; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vragen; zijn beklag indienen |