Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. toekomen:


Dutch

Detailed Translations for toekomen from Dutch to French

toekomen:

toekomen verb (kom toe, komt toe, kwam toe, kwamen toe, toegekomen)

  1. toekomen (verdiend hebben; toekomen aan)
    mériter; revenir; être digne de
    • mériter verb (mérite, mérites, méritons, méritez, )
    • revenir verb (reviens, revient, revenons, revenez, )
  2. toekomen (ten deel vallen; toevallen)
    revenir
    • revenir verb (reviens, revient, revenons, revenez, )

Conjugations for toekomen:

o.t.t.
  1. kom toe
  2. komt toe
  3. komt toe
  4. komen toe
  5. komen toe
  6. komen toe
o.v.t.
  1. kwam toe
  2. kwam toe
  3. kwam toe
  4. kwamen toe
  5. kwamen toe
  6. kwamen toe
v.t.t.
  1. heb toegekomen
  2. hebt toegekomen
  3. heeft toegekomen
  4. hebben toegekomen
  5. hebben toegekomen
  6. hebben toegekomen
v.v.t.
  1. had toegekomen
  2. had toegekomen
  3. had toegekomen
  4. hadden toegekomen
  5. hadden toegekomen
  6. hadden toegekomen
o.t.t.t.
  1. zal toekomen
  2. zult toekomen
  3. zal toekomen
  4. zullen toekomen
  5. zullen toekomen
  6. zullen toekomen
o.v.t.t.
  1. zou toekomen
  2. zou toekomen
  3. zou toekomen
  4. zouden toekomen
  5. zouden toekomen
  6. zouden toekomen
en verder
  1. ben toegekomen
  2. bent toegekomen
  3. is toegekomen
  4. zijn toegekomen
  5. zijn toegekomen
  6. zijn toegekomen
diversen
  1. kom toe!
  2. komt toe!
  3. toegekomen
  4. toekomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toekomen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
mériter toekomen; toekomen aan; verdiend hebben
revenir ten deel vallen; toekomen; toekomen aan; toevallen; verdiend hebben keren; omkeren; retourneren; spoken; teruggaan; terugkeren; terugkomen; terugreizen; terugrijden; terugspoelen; terugstromen; terugvloeien; wederkeren; weerkeren
être digne de toekomen; toekomen aan; verdiend hebben

Related Translations for toekomen