Dutch
Detailed Translations for trommelt from Dutch to French
trommelen:
-
trommelen (roffelen; de trom roeren)
battre le tambour; tambouriner; battre la caisse-
battre le tambour verb
-
tambouriner verb (tambourine, tambourines, tambourinons, tambourinez, tambourinent, tambourinais, tambourinait, tambourinions, tambouriniez, tambourinaient, tambourinai, tambourinas, tambourina, tambourinâmes, tambourinâtes, tambourinèrent, tambourinerai, tambourineras, tambourinera, tambourinerons, tambourinerez, tambourineront)
-
battre la caisse verb
-
Conjugations for trommelen:
o.t.t.
- trommel
- trommelt
- trommelt
- trommelen
- trommelen
- trommelen
o.v.t.
- trommelde
- trommelde
- trommelde
- trommelden
- trommelden
- trommelden
v.t.t.
- heb getrommeld
- hebt getrommeld
- heeft getrommeld
- hebben getrommeld
- hebben getrommeld
- hebben getrommeld
v.v.t.
- had getrommeld
- had getrommeld
- had getrommeld
- hadden getrommeld
- hadden getrommeld
- hadden getrommeld
o.t.t.t.
- zal trommelen
- zult trommelen
- zal trommelen
- zullen trommelen
- zullen trommelen
- zullen trommelen
o.v.t.t.
- zou trommelen
- zou trommelen
- zou trommelen
- zouden trommelen
- zouden trommelen
- zouden trommelen
en verder
- ben getrommeld
- bent getrommeld
- is getrommeld
- zijn getrommeld
- zijn getrommeld
- zijn getrommeld
diversen
- trommel!
- trommelt!
- getrommeld
- trommelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for trommelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
battre la caisse | de trom roeren; roffelen; trommelen | |
battre le tambour | de trom roeren; roffelen; trommelen | |
tambouriner | de trom roeren; roffelen; trommelen |
Related Words for "trommelen":
External Machine Translations: