Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. tweederangs:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tweederangs from Dutch to French

tweederangs:


Translation Matrix for tweederangs:

NounRelated TranslationsOther Translations
faible zwakkeling
inférieur inferieur; mindere; onderdanige; ondergeschikte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
de second ordre arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak matig; middelmatig
faible arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak bleekjes; breekbaar; broos; dood; energieloos; fragiel; futloos; geesteloos; krachteloos; kwetsbaar; lamlendig; landerig; levenloos; lusteloos; machteloos; mat; niet bezield; onbezield; onmachtig; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; teer; wee; ziekelijk; zwak
inférieur arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak benedenste; bijkomstig; dor; gebrekkig; incapabel; incompetent; inferieur; laagstaand; laagste; onbekwaam; ondergeschikt; onderhorig; onderste; onderworpen; ondeugdelijk; ongeschikt; schraal
mauvais arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak donker; dubieus; duister; erg; ernstig; gemeen; giftig; glibberig; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met slechte intentie; min; niet lekker; niet smakelijk; obscuur; onedel; ongepast; onguur; onkies; onvertogen; slecht; snood; vals; van bedenkelijke aard; venijnig; verdacht; verkeerd
médiocre arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak doorsnee; gemiddeld; matig; medium; middelmatig; middelmatige; min; modaal; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
méprisable arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak banaal; bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vals; verachtelijk; vuig; vunzig
pauvre arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; behoeftig; bekaaid; berooid; deerlijk; deplorabel; dor; droog; ellendig; er bekaaid afkomen; flodderig; haveloos; hokkerig; karig; kommerlijk; luizig; mager; meelijwekkend; minvermogend; miserabel; noodlijdend; onbemiddeld; ongegoed; onvermogend; pover; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; verlopen
subalterne arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak afhankelijk; bijkomstig; dor; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; onzelfstandig; schraal; subaltern

Wiktionary Translations for tweederangs:

tweederangs
adjective
  1. D’un rang, d’un niveau inférieur.

External Machine Translations: