Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. type:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for type from Dutch to French

type:

type [het ~] noun

  1. het type (genre; soort; slag)
    le type; le genre; la sorte; la catégorie; l'espèce; la classe; la subdivision
  2. het type (uiterlijk; verschijning; voorkomen; )
    l'apparence; l'allure; la forme; la figure; la mine; l'aspect; l'air; le physique; l'extérieur
  3. het type (figuur; individu)
    le type

Translation Matrix for type:

NounRelated TranslationsOther Translations
air aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanzien; allure; deun; deuntje; exterieur; manier van kijken; melodie; wijs; wijsje
allure aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanzien; air; allure; draf; gang van een paard; gezwindheid; in volle vaart; kwiekheid; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; schielijkheid; snelheid; tempo; tred; vaart; vlotheid; vlugheid
apparence aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aangezicht; aanzien; air; allure; buitenkant; dekmantel; exterieur; façade; gedaante; iemand zijn uiterlijk; illusie; masker; schijn; schijngestalte; uiterlijk; uiterlijke schijn; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; weergave
aspect aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanblik; aangezicht; aanzien; allure; aspect; buitenkant; exterieur; facet; gedaante; iemand zijn uiterlijk; opzicht; schim; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
catégorie genre; slag; soort; type aard; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; categorie; classificatie; component; deel; departement; detachement; element; fractie; ingrediënt; klasse; kleurcategorie; onderdeel; onderverdeling; prijsklasse; sectie; stuk; tak
classe genre; slag; soort; type aard; cursus; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; lering; les; maatschappelijke klasse; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; orde; rang; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; stand; vaklokaal; voornaamheid; welgemanierdheid
espèce genre; slag; soort; type aard; familie; geslacht; klasse; onderverdeling; ras; slag; soort; stamhuis
extérieur aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aangezicht; aanzien; buitenkant; buitenste; buitenzijde; exterieur; gedaante; iemand zijn uiterlijk; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
figure aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aangezicht; figuur; gedaante; gelaat; gezicht; lichaamslijn; personage; postuur; schim; silhouet; uiterlijk; verschijning
forme aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm afgieting; afgietsel; belijdenis; conditie; drukvorm; figuur; gedaante; gietmal; gietsel; gietvorm; in vorm zijn; leest; lichaamslijn; mal; matrijs; matrix; modelvorm; moedervorm; postuur; schim; schoenleest; shape; silhouet; uiterlijk; verschijning; vorm; vormsel
genre genre; slag; soort; type aard; genre; handelwijze; klasse; manier; methode; onderverdeling; procedure; ras; slag; soort; trant; wijs; wijze
mine aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanzien; exterieur; groeve; mijn; mijngroeve
physique aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aangezicht; buitenkant; constitutie; figuur; fysica; gedaante; iemand zijn uiterlijk; lichaamsbouw; natuurkunde; postuur; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
sorte genre; slag; soort; type aard; klasse; maatschappelijke klasse; onderverdeling; orde; rang; slag; soort; stand
subdivision genre; slag; soort; type aard; klasse; onderafdeling; onderverdeling; vertakking
type figuur; genre; individu; slag; soort; type aard; fatje; gast; gevaarte; goser; gozer; heerschap; heertje; jochie; joekel; jongetje; kanjer; kerel; klasse; kleine jongen; knaap; knakker; knoert; knul; kokker; kokkerd; loei; man; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; snuiter; specimen; staal; staaltje; sujet; vent
- figuur; vogel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
classe eersteklas; klasse
extérieur buitenlands; extern; uit een vreemd land; uiterlijk; uitwendig; uitwonend
physique conditioneel; fysiek; fysieke gesteldheid betreffend; fysisch; lijfelijk; natuurkundig; sensueel; wulps; zinlijk; zinnelijk

Related Words for "type":

  • types

Synonyms for "type":


Related Definitions for "type":

  1. persoon met bepaalde kenmerken1
    • een gezellig type is dat!1
  2. soort met bepaalde kenmerken1
    • welk type auto koop je?1

Wiktionary Translations for type:

type
adjective
  1. Qui est caractéristique. Qui est donné comme exemple.

Cross Translation:
FromToVia
type sorte; genre; acabit kind — type, race, category
type type; genre type — grouping based on shared characteristics