Dutch
Detailed Translations for uiteenliepen from Dutch to French
uiteenlopen:
-
uiteenlopen (variëren; veranderen; verschillen; afwisselen; wisselen)
varier; différer; diverger-
varier verb (varie, varies, varions, variez, varient, variais, variait, variions, variiez, variaient, variai, varias, varia, variâmes, variâtes, varièrent, varierai, varieras, variera, varierons, varierez, varieront)
-
différer verb (diffère, diffères, différons, différez, diffèrent, différais, différait, différions, différiez, différaient, différai, différas, différa, différâmes, différâtes, différèrent, différerai, différeras, différera, différerons, différerez, différeront)
-
diverger verb (diverge, diverges, divergeons, divergez, divergent, divergeais, divergeait, divergions, divergiez, divergeaient, divergeai, divergeas, divergea, divergeâmes, divergeâtes, divergèrent, divergerai, divergeras, divergera, divergerons, divergerez, divergeront)
-
Conjugations for uiteenlopen:
o.t.t.
- loop uiteen
- loopt uiteen
- loopt uiteen
- lopen uiteen
- lopen uiteen
- lopen uiteen
o.v.t.
- liep uiteen
- liep uiteen
- liep uiteen
- liepen uiteen
- liepen uiteen
- liepen uiteen
v.t.t.
- ben uiteengelopen
- bent uiteengelopen
- is uiteengelopen
- zijn uiteengelopen
- zijn uiteengelopen
- zijn uiteengelopen
v.v.t.
- was uiteengelopen
- was uiteengelopen
- was uiteengelopen
- waren uiteengelopen
- waren uiteengelopen
- waren uiteengelopen
o.t.t.t.
- zal uiteenlopen
- zult uiteenlopen
- zal uiteenlopen
- zullen uiteenlopen
- zullen uiteenlopen
- zullen uiteenlopen
o.v.t.t.
- zou uiteenlopen
- zou uiteenlopen
- zou uiteenlopen
- zouden uiteenlopen
- zouden uiteenlopen
- zouden uiteenlopen
diversen
- loop uiteen!
- loopt uiteen!
- uiteengelopen
- uiteenlopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uiteenlopen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
différer | afwisselen; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen | afwijken; schelen; uitstellen; verschil maken; verschillen |
diverger | afwisselen; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen | |
varier | afwisselen; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen | afwisselen; herzien; omruilen; omwisselen; ruilen; veranderen; verwisselen; wijzigen; wisselen |
Wiktionary Translations for uiteenlopen:
uiteenlopen
verb
-
Traductions à trier suivant le sens