Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitlopers:


Dutch

Detailed Translations for uitlopers from Dutch to French

uitlopers:

uitlopers [de ~] noun, plural

  1. de uitlopers (nieuwe twijgen; knoppen; scheuten)
    l'osier; le branchage; le sièges; le fauteuils

Translation Matrix for uitlopers:

NounRelated TranslationsOther Translations
branchage knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers rijshout
fauteuils knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers banken; stoelen; zetels; zitbanken
osier knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers rijshout
sièges knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers banken; barkrukken; zitbanken