Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitputting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitputting from Dutch to French

uitputting:

uitputting [de ~ (v)] noun

  1. de uitputting (afmatting; vermoeidheid; moeheid)
    la fatigue; l'épuisement; la lassitude

Translation Matrix for uitputting:

NounRelated TranslationsOther Translations
fatigue afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid
lassitude afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid
épuisement afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid afmatten; ontkrachting; oververmoeidheid; uitputten; vermoeien; verzwakking

Wiktionary Translations for uitputting:

uitputting
noun
  1. de toestand waarin iets of iemand aan het eind van zijn of haar krachten is
uitputting
noun
  1. État de ce qui est affaisser.

Cross Translation:
FromToVia
uitputting épuisement; harassement exhaustion — supreme tiredness; having exhausted energy
uitputting épuisement exhaustion — point of complete depletion
uitputting las; lasse weary — feeling of being mentally fatigued