Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. versuft:
  2. versuffen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for versuft from Dutch to French

versuft:


Translation Matrix for versuft:

NounRelated TranslationsOther Translations
abruti domkop; dommerik; domoor; druiloor; flierefluiter; idioot; kalfskop; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; minkukel; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; slampamper; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abruti daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft doezelig; soezerig; suf; verdoofd
ensommeillé dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft
hébété daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft absent; afwezig; doezelig; duf; gedachteloos; met de mond vol tanden; met open mond; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
pris de sommeil dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft soezig
somnolent dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft doezelig; dromerig; mijmerend; slaapdronken; soezend; soezerig; soezig; suf; suffend
terne daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft afstompend; beslagen; bleek; boosaardig; dof; dood; eentonig; eenvoudig; flauw; flets; flodderig; futloos; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; gematteerd; glansloos; grauw; grauwkleurig; grijs; lamlendig; levenloos; licht; lusteloos; makkelijk; mat; mistroostig; morsig; niet bezield; niet helder; niet moeilijk; niet uitbundig; onbezield; ongeanimeerd; overbluft; paf; perplex; ranzig; saai; simpel; slap; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smakeloos; smerig; somber; sprakeloos; stom; stomverbaasd; suf; triest; troosteloos; vaal; verschoten; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; zonder smaak; zwijgend
étourdi daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft bedwelmd; doezelig; draaierig; duizelig; gedachteloos; lichthoofdig; lichtzinnig; loszinnig; met de mond vol tanden; met open mond; onder invloed; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verdoofd; verstomd; verwonderd

Related Words for "versuft":

  • versuftheid

versuffen:

versuffen verb (versuf, versuft, versufte, versuften, versuft)

  1. versuffen

Conjugations for versuffen:

o.t.t.
  1. versuf
  2. versuft
  3. versuft
  4. versuffen
  5. versuffen
  6. versuffen
o.v.t.
  1. versufte
  2. versufte
  3. versufte
  4. versuften
  5. versuften
  6. versuften
v.t.t.
  1. heb versuft
  2. hebt versuft
  3. heeft versuft
  4. hebben versuft
  5. hebben versuft
  6. hebben versuft
v.v.t.
  1. had versuft
  2. had versuft
  3. had versuft
  4. hadden versuft
  5. hadden versuft
  6. hadden versuft
o.t.t.t.
  1. zal versuffen
  2. zult versuffen
  3. zal versuffen
  4. zullen versuffen
  5. zullen versuffen
  6. zullen versuffen
o.v.t.t.
  1. zou versuffen
  2. zou versuffen
  3. zou versuffen
  4. zouden versuffen
  5. zouden versuffen
  6. zouden versuffen
diversen
  1. versuf!
  2. versuft!
  3. versuft
  4. versuffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for versuffen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rendre stupide versuffen
s'abrutir versuffen verwilderen

Wiktionary Translations for versuffen:

versuffen
verb
  1. suf worden
    • versuffen → s'abêtir

Cross Translation:
FromToVia
versuffen abasourdir; étourdir daze — to stupefy with excess of light; with a blow, with cold, or with fear; to confuse; to benumb