Dutch
Detailed Translations for verzuchten from Dutch to French
verzuchten:
-
verzuchten (zucht slaken; zuchten)
soupirer; gémir; pousser un soupir-
soupirer verb (soupire, soupires, soupirons, soupirez, soupirent, soupirais, soupirait, soupirions, soupiriez, soupiraient, soupirai, soupiras, soupira, soupirâmes, soupirâtes, soupirèrent, soupirerai, soupireras, soupirera, soupirerons, soupirerez, soupireront)
-
gémir verb (gémis, gémit, gémissons, gémissez, gémissent, gémissais, gémissait, gémissions, gémissiez, gémissaient, gémîmes, gémîtes, gémirent, gémirai, gémiras, gémira, gémirons, gémirez, gémiront)
-
pousser un soupir verb
-
Conjugations for verzuchten:
o.t.t.
- verzucht
- verzucht
- verzucht
- verzuchten
- verzuchten
- verzuchten
o.v.t.
- verzuchtte
- verzuchtte
- verzuchtte
- verzuchtten
- verzuchtten
- verzuchtten
v.t.t.
- heb verzucht
- hebt verzucht
- heeft verzucht
- hebben verzucht
- hebben verzucht
- hebben verzucht
v.v.t.
- had verzucht
- had verzucht
- had verzucht
- hadden verzucht
- hadden verzucht
- hadden verzucht
o.t.t.t.
- zal verzuchten
- zult verzuchten
- zal verzuchten
- zullen verzuchten
- zullen verzuchten
- zullen verzuchten
o.v.t.t.
- zou verzuchten
- zou verzuchten
- zou verzuchten
- zouden verzuchten
- zouden verzuchten
- zouden verzuchten
diversen
- verzucht!
- verzucht!
- verzucht
- verzuchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verzuchten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gémir | verzuchten; zucht slaken; zuchten | emmeren; huilen; jammeren; janken; jeremiëren; kermen; klagen; kreunen; misnoegen uiten; over iets mopperen; schreien; steunen; weeklagen; wenen |
pousser un soupir | verzuchten; zucht slaken; zuchten | |
soupirer | verzuchten; zucht slaken; zuchten | blazen; hijgen; hopen; puffen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; zwaar ademhalen |