Dutch
Detailed Translations for waarmerkte from Dutch to French
waarmerken:
-
waarmerken (bekrachtigen; certificeren; bestempelen; merken)
authentifier; confirmer; valider; entériner; authentiquer; ratifier-
authentifier verb (authentifie, authentifies, authentifions, authentifiez, authentifient, authentifiais, authentifiait, authentifiions, authentifiiez, authentifiaient, authentifiai, authentifias, authentifia, authentifiâmes, authentifiâtes, authentifièrent, authentifierai, authentifieras, authentifiera, authentifierons, authentifierez, authentifieront)
-
confirmer verb (confirme, confirmes, confirmons, confirmez, confirment, confirmais, confirmait, confirmions, confirmiez, confirmaient, confirmai, confirmas, confirma, confirmâmes, confirmâtes, confirmèrent, confirmerai, confirmeras, confirmera, confirmerons, confirmerez, confirmeront)
-
valider verb (valide, valides, validons, validez, valident, validais, validait, validions, validiez, validaient, validai, validas, valida, validâmes, validâtes, validèrent, validerai, valideras, validera, validerons, validerez, valideront)
-
entériner verb (entérine, entérines, entérinons, entérinez, entérinent, entérinais, entérinait, entérinions, entériniez, entérinaient, entérinai, entérinas, entérina, entérinâmes, entérinâtes, entérinèrent, entérinerai, entérineras, entérinera, entérinerons, entérinerez, entérineront)
-
authentiquer verb
-
ratifier verb (ratifie, ratifies, ratifions, ratifiez, ratifient, ratifiais, ratifiait, ratifiions, ratifiiez, ratifiaient, ratifiai, ratifias, ratifia, ratifiâmes, ratifiâtes, ratifièrent, ratifierai, ratifieras, ratifiera, ratifierons, ratifierez, ratifieront)
-
-
waarmerken (als gangbaar erkennen)
confirmer; accepter; considérer comme habituel-
confirmer verb (confirme, confirmes, confirmons, confirmez, confirment, confirmais, confirmait, confirmions, confirmiez, confirmaient, confirmai, confirmas, confirma, confirmâmes, confirmâtes, confirmèrent, confirmerai, confirmeras, confirmera, confirmerons, confirmerez, confirmeront)
-
accepter verb (accepte, acceptes, acceptons, acceptez, acceptent, acceptais, acceptait, acceptions, acceptiez, acceptaient, acceptai, acceptas, accepta, acceptâmes, acceptâtes, acceptèrent, accepterai, accepteras, acceptera, accepterons, accepterez, accepteront)
-
Conjugations for waarmerken:
o.t.t.
- waarmerk
- waarmerkt
- waarmerkt
- waarmerken
- waarmerken
- waarmerken
o.v.t.
- waarmerkte
- waarmerkte
- waarmerkte
- waarmerkten
- waarmerkten
- waarmerkten
v.t.t.
- heb gewaarmerkt
- hebt gewaarmerkt
- heeft gewaarmerkt
- hebben gewaarmerkt
- hebben gewaarmerkt
- hebben gewaarmerkt
v.v.t.
- had gewaarmerkt
- had gewaarmerkt
- had gewaarmerkt
- hadden gewaarmerkt
- hadden gewaarmerkt
- hadden gewaarmerkt
o.t.t.t.
- zal waarmerken
- zult waarmerken
- zal waarmerken
- zullen waarmerken
- zullen waarmerken
- zullen waarmerken
o.v.t.t.
- zou waarmerken
- zou waarmerken
- zou waarmerken
- zouden waarmerken
- zouden waarmerken
- zouden waarmerken
diversen
- waarmerk!
- waarmerkt!
- gewaarmerkt
- waarmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de waarmerken (ijkmerken; keurmerken)