Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. walmend:
  2. walmen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for walmend from Dutch to French

walmend:

walmend adj

  1. walmend

Translation Matrix for walmend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
fétide walmend
infect walmend banaal; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; onedel; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
pestilentiel walmend
puant walmend kwalijkriekend; stinkend

Wiktionary Translations for walmend:


Cross Translation:
FromToVia
walmend fétide fetid — Foul-smelling

walmend form of walmen:

walmen verb (walm, walmt, walmde, walmden, gewalmd)

  1. walmen (walm afgeven)
    fumer; dégager des vapeurs
    • fumer verb (fume, fumes, fumons, fumez, )
  2. walmen (stinken; ruiken; meuren; )
    sentir mauvais; puer; empester
    • puer verb (pue, pues, puons, puez, )
    • empester verb (empeste, empestes, empestons, empestez, )

Conjugations for walmen:

o.t.t.
  1. walm
  2. walmt
  3. walmt
  4. walmen
  5. walmen
  6. walmen
o.v.t.
  1. walmde
  2. walmde
  3. walmde
  4. walmden
  5. walmden
  6. walmden
v.t.t.
  1. heb gewalmd
  2. hebt gewalmd
  3. heeft gewalmd
  4. hebben gewalmd
  5. hebben gewalmd
  6. hebben gewalmd
v.v.t.
  1. had gewalmd
  2. had gewalmd
  3. had gewalmd
  4. hadden gewalmd
  5. hadden gewalmd
  6. hadden gewalmd
o.t.t.t.
  1. zal walmen
  2. zult walmen
  3. zal walmen
  4. zullen walmen
  5. zullen walmen
  6. zullen walmen
o.v.t.t.
  1. zou walmen
  2. zou walmen
  3. zou walmen
  4. zouden walmen
  5. zouden walmen
  6. zouden walmen
diversen
  1. walm!
  2. walmt!
  3. gewalmd
  4. walmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for walmen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dégager des vapeurs walm afgeven; walmen dampen; rook afgeven; stomen; uitwasemen; verdampen; wasemen
empester een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen bederven; vergallen; verknoeien; verpesten
fumer walm afgeven; walmen dampen; oproken; roken; stomen; uitwasemen; wasemen
puer een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen
sentir mauvais een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen

Related Words for "walmen":


External Machine Translations: