Dutch

Detailed Translations for wiegt from Dutch to French

wiegen:

wiegen verb (wieg, wiegt, wiegde, wiegden, gewiegd)

  1. wiegen (schommelen)
    secouer; balancer; être bercé; bercer; se balancer; être houleux; vaciller; chanceler; osciller; tituber
    • secouer verb (secoue, secoues, secouons, secouez, )
    • balancer verb (balance, balances, balançons, balancez, )
    • bercer verb (berce, berces, berçons, bercez, )
    • vaciller verb (vacille, vacilles, vacillons, vacillez, )
    • chanceler verb (chancelle, chancelles, chancelons, chancelez, )
    • osciller verb (oscille, oscilles, oscillons, oscillez, )
    • tituber verb (titube, titubes, titubons, titubez, )
  2. wiegen (heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen)
    bercer; osciller; balancer; dodeliner; bringuebaler; se balancer; brimbaler
    • bercer verb (berce, berces, berçons, bercez, )
    • osciller verb (oscille, oscilles, oscillons, oscillez, )
    • balancer verb (balance, balances, balançons, balancez, )
    • dodeliner verb
    • brimbaler verb

Conjugations for wiegen:

o.t.t.
  1. wieg
  2. wiegt
  3. wiegt
  4. wiegen
  5. wiegen
  6. wiegen
o.v.t.
  1. wiegde
  2. wiegde
  3. wiegde
  4. wiegden
  5. wiegden
  6. wiegden
v.t.t.
  1. heb gewiegd
  2. hebt gewiegd
  3. heeft gewiegd
  4. hebben gewiegd
  5. hebben gewiegd
  6. hebben gewiegd
v.v.t.
  1. had gewiegd
  2. had gewiegd
  3. had gewiegd
  4. hadden gewiegd
  5. hadden gewiegd
  6. hadden gewiegd
o.t.t.t.
  1. zal wiegen
  2. zult wiegen
  3. zal wiegen
  4. zullen wiegen
  5. zullen wiegen
  6. zullen wiegen
o.v.t.t.
  1. zou wiegen
  2. zou wiegen
  3. zou wiegen
  4. zouden wiegen
  5. zouden wiegen
  6. zouden wiegen
diversen
  1. wieg!
  2. wiegt!
  3. gewiegd
  4. wiegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wiegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
balancer heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen aan de zwerf zijn; aarzelen; balanceren; deinen; golven; heen en weer zwaaien; in evenwicht brengen; rondzwerven; slingeren; twijfelen; uitbalanceren; wankelen; weifelen; wiegelen; zwaaien; zwenken; zwerven; zwiepen
bercer heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen heen en weer zwaaien; slingeren; wiegelen; zwaaien; zwenken
brimbaler heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken
bringuebaler heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen
chanceler schommelen; wiegen deinen; golven; heen en weer zwaaien; slingeren; waggelen; wankelen; wiegelen; zwaaien; zwenken
dodeliner heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen
osciller heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen bengelen; deinen; flakkeren; flikkeren; fluctueren; golven; heen en weer zwaaien; oscilleren; slingeren; variëren; vlammen; wankelen; wiegelen; wriggelen; wrikken; zwaaien; zwenken
se balancer heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen bengelen; deinen; golven; heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken
secouer schommelen; wiegen afkloppen; afschudden; beven; deinen; golven; heen en weer bewegen; heen en weer zwaaien; omschudden; opschudden; schudden; slingeren; trillen; wriggelen; wrikken; zich ontdoen van; zwaaien; zwenken
tituber schommelen; wiegen deinen; fluctueren; golven; heen en weer zwaaien; slingeren; variëren; waggelen; zwaaien; zwenken
vaciller schommelen; wiegen deinen; flakkeren; flikkeren; fluctueren; golven; heen en weer zwaaien; slingeren; variëren; vlammen; wankelen; wiegelen; zwaaien; zwenken
être bercé schommelen; wiegen deinen; golven
être houleux schommelen; wiegen deinen; golven

Related Words for "wiegen":


Wiktionary Translations for wiegen:

wiegen
verb
  1. zachtjes heen en weer bewegen, gewoonlijk om een zuigeling in slaap te brengen
wiegen
verb
  1. balancer dans un berceau.

Cross Translation:
FromToVia
wiegen ballotter bob — move vertically at surface of water
wiegen bercer cradle — to rock (a baby to sleep)
wiegen remuer; bercer rock — move gently back and forth
wiegen waver waver — to sway back and forth
wiegen bercer wiegen — jemanden oder etwas vorsichtig hin und her schaukeln