Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate word

Translate word from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

worden:
- devenir; se faire
Wiktionary:
- worden → être, devenir, se faire, faire, abeausir, naitre, naître
- worden → être, devenir, prendre froid, attraper un rhume, concrétiser, devoir

Dutch

Detailed Translations for word from Dutch to French

worden:

worden verb (word, wordt, werd, werden, geworden)

worden
devenir; se faire
- devenir verb (deviens, devient, devenons, devenez, deviennent, devenais, devenait, devenions, deveniez, devenaient, devins, devint, devînmes, devîntes, devinrent, deviendrai, deviendras, deviendra, deviendrons, deviendrez, deviendront)
- se faire verb

Conjugations for worden:

o.t.t.

word
wordt
wordt
worden
worden
worden

o.v.t.

werd
werd
werd
werden
werden
werden

v.t.t.

ben geworden
bent geworden
is geworden
zijn geworden
zijn geworden
zijn geworden

v.v.t.

was geworden
was geworden
was geworden
waren geworden
waren geworden
waren geworden

o.t.t.t.

zal worden
zult worden
zal worden
zullen worden
zullen worden
zullen worden

o.v.t.t.

zou worden
zou worden
zou worden
zouden worden
zouden worden
zouden worden

diversen

word!
wordt!
geworden
wordend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for worden:

Verb	Related Translations	Other Translations
devenir	worden	voorspellen; wichelen
se faire	worden	gebeuren; geschieden; ontstaan; plaats hebben; plaats vinden; plaatshebben; voortkomen

Related Definitions for "worden":

beginnen te zijn of in de toekomst zullen zijn¹
- het wordt koud buiten¹
geeft aan dat iemand iets ondergaat¹
- hij wordt geslagen¹

Wiktionary Translations for worden:

worden

verb

(hulpwerkwoord) vormt de lijdende vorm
- worden → être; devenir; se faire; faire

worden

verb

(vieilli) Se mettre au beau.
- abeausir → mooi; worden
commencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre.
- devenir → raken; worden
commencer à vivre
- naitre → geboren; worden
commencer à vivre ; venir au monde.
- naître → geboren; worden

Cross Translation:

From	To	Via
• worden	→ être	↔ be — used to form the passive voice
• worden	→ devenir	↔ become — to begin to be
• worden	→ prendre froid; attraper un rhume	↔ catch a cold — to suffer from cold
• worden	→ concrétiser	↔ concrete — solidify
• worden	→ devenir	↔ get — become
• worden	→ devenir	↔ turn — become
• worden	→ devenir; devoir; être	↔ werden — sich (unwillkürlich) entwickeln zu (besonders Partizipien und substantivierter Infinitiv)

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek