Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. worstelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for worstelend from Dutch to French

worstelen:

worstelen verb (worstel, worstelt, worstelde, worstelden, geworsteld)

  1. worstelen (met iemand worstelen)
    lutter; catcher
    • lutter verb (lutte, luttes, luttons, luttez, )
    • catcher verb (catche, catches, catchons, catchez, )
  2. worstelen (touwtrekken)

Conjugations for worstelen:

o.t.t.
  1. worstel
  2. worstelt
  3. worstelt
  4. worstelen
  5. worstelen
  6. worstelen
o.v.t.
  1. worstelde
  2. worstelde
  3. worstelde
  4. worstelden
  5. worstelden
  6. worstelden
v.t.t.
  1. heb geworsteld
  2. hebt geworsteld
  3. heeft geworsteld
  4. hebben geworsteld
  5. hebben geworsteld
  6. hebben geworsteld
v.v.t.
  1. had geworsteld
  2. had geworsteld
  3. had geworsteld
  4. hadden geworsteld
  5. hadden geworsteld
  6. hadden geworsteld
o.t.t.t.
  1. zal worstelen
  2. zult worstelen
  3. zal worstelen
  4. zullen worstelen
  5. zullen worstelen
  6. zullen worstelen
o.v.t.t.
  1. zou worstelen
  2. zou worstelen
  3. zou worstelen
  4. zouden worstelen
  5. zouden worstelen
  6. zouden worstelen
diversen
  1. worstel!
  2. worstelt!
  3. geworsteld
  4. worstelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for worstelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
catcher met iemand worstelen; worstelen
lutter met iemand worstelen; worstelen de strijd aanbinden; kampen; knokken; matten; strijd voeren; strijden; vechten
tirer à la corde touwtrekken; worstelen

Wiktionary Translations for worstelen:

worstelen
noun
  1. Sport

Cross Translation:
FromToVia
worstelen lutte RingenSport: Kampfsportart, die mit Griffen betrieben wird
worstelen lutter; s'efforcer; combattre struggle — to strive, to labour in difficulty, to fight
worstelen lutter wrestle — to contend, with an opponent, by grappling and attempting to throw
worstelen lutte wrestling — sport