Dutch
Detailed Translations for zoetmaken from Dutch to French
zoetmaken:
-
zoetmaken (zoeten)
édulcorer; confire; dulcifier; sucrer-
édulcorer verb (édulcore, édulcores, édulcorons, édulcorez, édulcorent, édulcorais, édulcorait, édulcorions, édulcoriez, édulcoraient, édulcorai, édulcoras, édulcora, édulcorâmes, édulcorâtes, édulcorèrent, édulcorerai, édulcoreras, édulcorera, édulcorerons, édulcorerez, édulcoreront)
-
confire verb (confis, confit, confisons, confisez, confisent, confisais, confisait, confisions, confisiez, confisaient, confîmes, confîtes, confirent, confirai, confiras, confira, confirons, confirez, confiront)
-
dulcifier verb (dulcifie, dulcifies, dulcifions, dulcifiez, dulcifient, dulcifiais, dulcifiait, dulcifiions, dulcifiiez, dulcifiaient, dulcifiai, dulcifias, dulcifia, dulcifiâmes, dulcifiâtes, dulcifièrent, dulcifierai, dulcifieras, dulcifiera, dulcifierons, dulcifierez, dulcifieront)
-
sucrer verb (sucre, sucres, sucrons, sucrez, sucrent, sucrais, sucrait, sucrions, sucriez, sucraient, sucrai, sucras, sucra, sucrâmes, sucrâtes, sucrèrent, sucrerai, sucreras, sucrera, sucrerons, sucrerez, sucreront)
-
Conjugations for zoetmaken:
o.t.t.
- maak zoet
- maakt zoet
- maakt zoet
- maken zoet
- maken zoet
- maken zoet
o.v.t.
- maakte zoet
- maakte zoet
- maakte zoet
- maakten zoet
- maakten zoet
- maakten zoet
v.t.t.
- heb zoet gemaakt
- hebt zoet gemaakt
- heeft zoet gemaakt
- hebben zoet gemaakt
- hebben zoet gemaakt
- hebben zoet gemaakt
v.v.t.
- had zoet gemaakt
- had zoet gemaakt
- had zoet gemaakt
- hadden zoet gemaakt
- hadden zoet gemaakt
- hadden zoet gemaakt
o.t.t.t.
- zal zoetmaken
- zult zoetmaken
- zal zoetmaken
- zullen zoetmaken
- zullen zoetmaken
- zullen zoetmaken
o.v.t.t.
- zou zoetmaken
- zou zoetmaken
- zou zoetmaken
- zouden zoetmaken
- zouden zoetmaken
- zouden zoetmaken
diversen
- maak zoet!
- maakt zoet!
- zoet gemaakt
- zoetmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zoetmaken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
confire | zoeten; zoetmaken | besuikeren; conserveren; inleggen; inmaken; inpekelen; insuikeren; inzouten; konfijten; opzouten |
dulcifier | zoeten; zoetmaken | |
sucrer | zoeten; zoetmaken | besuikeren; insuikeren; met suiker doordrenken |
édulcorer | zoeten; zoetmaken |