Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. zoutzak:


Dutch

Detailed Translations for zoutzak from Dutch to French

zoutzak:

zoutzak [de ~ (m)] noun

  1. de zoutzak
    le sac de sel
  2. de zoutzak (treuzelaar; slome)
    le lambin; le traînard

Translation Matrix for zoutzak:

NounRelated TranslationsOther Translations
lambin slome; treuzelaar; zoutzak druil; geitenbreier; hannes; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; sijsjeslijmer; slak; slampamper; slapkous; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
sac de sel zoutzak
traînard slome; treuzelaar; zoutzak achterblijver; achtergeblevene; draler; drukster; hannes; lijntrekster; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; uitvaller
ModifierRelated TranslationsOther Translations
lambin aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
traînard langzaam; sloom; traag

Related Words for "zoutzak":

  • zoutzakken