Dutch
Detailed Synonyms for aankloppen in Dutch
aankloppen:
-
aankloppen
Conjugations for aankloppen:
o.t.t.
- klop aan
- klopt aan
- klopt aan
- kloppen aan
- kloppen aan
- kloppen aan
o.v.t.
- klopte aan
- klopte aan
- klopte aan
- klopten aan
- klopten aan
- klopten aan
v.t.t.
- heb aangeklopt
- hebt aangeklopt
- heeft aangeklopt
- hebben aangeklopt
- hebben aangeklopt
- hebben aangeklopt
v.v.t.
- had aangeklopt
- had aangeklopt
- had aangeklopt
- hadden aangeklopt
- hadden aangeklopt
- hadden aangeklopt
o.t.t.t.
- zal aankloppen
- zult aankloppen
- zal aankloppen
- zullen aankloppen
- zullen aankloppen
- zullen aankloppen
o.v.t.t.
- zou aankloppen
- zou aankloppen
- zou aankloppen
- zouden aankloppen
- zouden aankloppen
- zouden aankloppen
diversen
- klop aan!
- klopt aan!
- aangeklopt
- aankloppende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aankloppen